14 JANUARI 1971
54
30. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
GARANDEREN VAN DE BETALING VAN RENTE EN AFLOSSING
VAN EEN DOOR DE STICHTING DOORNBOS AAN TE GANE
GELDLENING TEN BEHOEVE VAN DE BOUW VAN EEN GEMEEN
SCHAPSHUIS IN DE WIJK DOORNBOS.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders
besloten.
31. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VAST
STELLING VAN EEN HUURTARIEF VOOR HET TENNISPARK
"WISSELAAR".
De VOORZITTER: Het is mij gebleken dat dit voorstel niet in
de afdeling kon worden behandeld. Aangezien die behandeling wel
op prijs wordt gesteld geloof ik dat het juist is het de volgende keer
opnieuw aan de orde te stellen.
Aangehouden zijnde maakt het voorstel geen onderwerp van
beraadslaging uit.
RONDVRAAG.
De heer VAN OVERVELDT: De laatste tijd worden er regelmatig
bezwaren ingediend tegen de vestiging van cash en carry-bearijven.
Met betrekking tot het ingekomen schrijven -- zie punt 2 van de
agenda voor deze vergadering -- waarin bezwaar wordt gemaakt
tegen de vestiging van een dergelijk bedrijf aan de Oude Terheijdense-
weg, wil ik gaarne het volgende opmerken.
Ik stel uitdrukkelijk voorop dat ik in principe geen tegenstander
ben van zich aandienende nieuwe distributiesystemen, zoals cash
en carry-bedrijven, verbruikersmarkten, e. d. Ik word dit echter
wel als door de vestiging van dergelijke bedrijven de concurrentie
verhoudingen worden scheefgetrokken, met andere woorden, wanneer
daardoor net ordelijk economisch verkeer wordt verstoord. Ik ben
van mening dat in het onderhavige geval het risico van verstoring
van de concurrentieverhoudingen groot is, gezien het in dit gebied
reeds aanwezige winkelbestand, de vestiging van de Makro en een
Profimarkt, alsmede het dichtbij gelegen wijkwinkelcentrum Hoge
Vucht en de diverse buurtwinkelcentra in Breda-Noord.
Zo zullen met name de extra lasten die op de in de genoemde
winkelcentra gevestigde bedrijven rusten, zoals de plicht mee te
investeren in de parkeergelegenheid, deze bedrijven in een on
gunstige concurrentiepositie plaatsen, wanneer het mogelijk is in
hetzelfde consumentenpatroon zonder deze kosten een verbruikersmarkt
te exploiteren. Naar mijn opvatting is dit een vorm van discriminatie.
De vestiging van verbruikersmarkten staat of valt momenteel in Breda
met het aanwezig zijn of ontbreken van bestemmingsplannen. Ik