547
25 MAART 1971
jaren. Tot nu toe hebben Gedeputeerde Staten een duidelijk stand
punt ingenomen. Er is een koninklijk besluit genomen waarin wordt
gezegd dat de overname van de Haagse Beemden niet tot de moge
lijkheden behoort. Het college van Gedeputeerde Staten zoekt naar
andere oplossingen en er staat letterlijk: dat zijn oplossingen die
van verderstrekkende betekenis zijn. Ik hoop en geloof nu dit pro
bleem tot zijn juiste proporties te hebben teruggebracht. In de op
stelling van Gedeputeerde Staten kan dit consequenties hebben voor
het aanbod van de gemeente Prinsenbeek met betrekking tot de
Haagse Beemden, zo kort voor de grenswijziging.
Mevrouw jager heeft gesproken over mammoetsteden en zij
heeft haar bezwaren ten aanzien van het besturen daarvan kenbaar
gemaakt. Breda zal door het grotere oppervlakte grote moeilijk
heden krijgen, zij stelt dat men in de dorpen een eigen sfeer moet
bewaren en zij wordt bijzonder aangesproken door leerklimaat en
leefbaarheid.
Wij zullen ook het vergrote Breda moeten besturen, maar ik
moet hieraan toevoegen dat in mijn opvatting ook het vergrote Breda
niet gerekend kan worden tot de mammoetsteden. Als men opper
vlakte en inwoneraantallen ook op langere termijn bekijkt lijkt Breda
mij een stad die toch zeer goed te besturen is. Bij een eerdere ge
legenheid is er een standpunt van de raad en burgemeester en wet
houders geweest en dat was in overeenstemming met hetgeen Gede
puteerde Staten ons in die fase van de procedure heeft voorgelegd.
Mevrouw jager heeft gesproken over het eenzijdig verbreken
van het overleg door Breda. Ik maak daar bezwaar tegen. De ge
meente Breda heeft dit overleg niet eenzijdig verbroken, ook niet
het overleg met de drie randgemeenten. Toen de grenswijzigings
procedure aan de orde was heeft Breda de randgemeenten gevraagd
of deze bereid waren over de inhoud en de betekenis van het over
leg met de gemeente Breda te overleggen, omdat bij de besluiten
van de raad, die op dat moment akkoord was gegaan met de grens
wijzigingsprocedure die door Gedeputeerde Staten was ingezet, deze
zaken niet door elkaar, gehaald, zouden mogen worden. De randge
meenten hebben de. uitnodiging die Breda hen toegezonden heeft
niet aanvaard.
Voorts ziet mevrouw jager in de Haagse Beemden een oplossing.
Ik heb dat een paar keer horen zeggen, ik geloof echter dat ik daar
op in dit verband niet op in behoef te gaan.
Met grote belangstelling heb ik geluisterd naar het betoog
van de heer van der Werff en ik veronaerstel dat ook Gedeputeerde
Staten dit betoog met grote belangstelling zullen lezen. De heer
van der Werff stelde dat het dorp dood is. Ik kom zelf van een
dorp, waar mijn vader hoofdonderwijzer was, welk dorp in dezelfde
situatie verkeerd heeft, zo dat ik hierover een beetje kan meepraten.
Het dorp waarover ik spreek verkeert nu in gelukkiger omstandighe
den, daar heeft men er geen spijt van geannexeerd te zijn door de
gemeente Arnhem.
De heer van der Werff heeft twee duidelijke opmerkingen ge
maakt. Hij wenst dat de tweeslachtigheid van het plan door de ver
tegenwoordiger van de raad of door een gemachtigde bij Gedepu
teerde Staten wordt uiteengezet en ik moet opmerken dat zulks mij
logisch en "verstandig lijkt. Voorts wil de heer van der Werff de de
centralisatie duidelijk bestudeerd zien. Ik wil hem in verband hier-