25 MAART 1971
554
De heer VON SCHMID: In mijn betoog heb ik al gezegd
dat wij deze motie zouden kunnen steunen. Ik wil hieraan, dit
in tegenstelling tot de opvattingen die u verkondigd hebt, toe
voegen dat wij menen dat dit binnen de termen van de boodschap
van de lijsttrekkers aan de raad ligt omdat heel duidelijk is gesteld
dat naar andere oplossingen gezocht zou worden binnen de tija van
de lopende procedure en zolang deze procedure nog niet afgesloten
zou zijn. Ik meen dat deze motie daaraan voldoet.
Wij zijn ervan overtuigd dat met de motie een belangrijke
bijdrage wordt geleverd aan ae oplossing van de woningnood in
Breda en wij zijn van mening dat nergens, ook vanavond niet, is
aangetoond dat annexatie nodig is om de centrumfunctie voor Breda
waar te maken.
Mevrouw J3GER- MIDDELBEEK: Omdat ik het eens ben met de
inhoud van de motie van de heer Crul en hetgeen de vorige sprekers
gezegd hebben zal ik voor deze motie stemmen.
Hierna wordt de motie van de heer Crul in stemming ge
bracht en met 17 tegen 16 stemmen aangenomen.
VOOR stemmen de heren von Schmid, Mensen, van Os en Sandberg,
mevrouw Willems-van Doom, de heer van Graafeiland, de dames
van Nes-Brands en Paulussen, de heren Crul, America, Mans, Seve-
rens, Froger en van Duijl,- mevrouw jager-Middelbeek en de heren
Koertshüis en Jansen.
TEGEN stemmen de heren van Overveldt, Brooimans, van Merkom,
Kramer, Spanjer, van Dun, Gielen en Broeders, mevrouw Stockmann-
van der Kallen, de heren van Banning, Roozeboom en Geene, me
vrouw van Rooij-van den Heuvel en ae heren van Caulil, van der
Werff en Kroon.
De VOORZITTER: Om volstrekte duidelijkheid te krijgen
over het gevoelen van de raad nodig ik u uit u uit te'spreken over het
preadvies van burgemeester en wethouders. Het gaat om het uit
spreken van een mening tegenover hoger gezag en ik meen dat de
raad daarom gekwantificeerd zijn mening moet uitspreken over het
preadvies van burgemeester en wethouders.
De heer VAN CAULIL: Namens een aantal leden van onze
fractie wil ik een stemverklaring voorlezen. Hetgeen door de heren
Geene en Roozeboom is vertolkt is bijna geheel overgenomen in de
correcties op het preadvies. Wij constateren dat in deze raad alle
fracties de woningnood gesteld hebben als hoogste urgentie. Een
afwijzen van het voorstel van Gedeputeerde Staten brengt zodanige
risico's voor onze woningbouw met zich mee dat het ons inziens
ernstige vertraging bij het realiseren van de bouw kan veroorzaken.
Wij achten dit onverantwoordelijk en zullen daarom in groten ge
tale voor het voorstel van het college van burgemeester en wet
houders stemmen.
De heer VAN OVERVELDT; Met de ontwerpregeling van
Gedeputeerde Staten wil ik akkoord gaan met dien verstande dat
ik deze regeling zou willen clausuleren met hetgeen door de heer