573 22 APRIL 1971 16. beoordelen en beslissen, of al dan niet gebruik zal worden gemaakt van een bij wettelijk voorschrift aan het gemeentebestuur toegekend recht van beroep tegen administratieve beslissingen of van een recht om bezwaar in te brengen tegen handelingen of voornemens der ad ministratie. De beantwoording van deze vraag heeft door ziekte van de betrokken ambtenaar vertraging ondervonden. De heer VAN OS: Ik heb gemist de stukken van de gemeenteraad van Prinsenbeek, die naar mijn weten naar de raad van Breda zijn ge stuurd. Ik vraag mij af waarom die nog niet aan ons zijn uitgereikt, want ik heb onlangs van een raadslid van Prinsenbeek gehoord dat men daar diverse stukken aan ons heeft verzonden. Ik heb daar echter niets van gemerkt. Er is niets in mijn brievenbus gekomen en er staat even min iets van op dit lijstje. Hoe is dit te verklaren? De VOORZITTER: Ik zou het waarderen als u deze vraag bij de rondvraag zoudt willen stellen. Overigens mag ik u verwijzen naar punt 2k, waarin het een en ander zit van Prinsenbeek. Ik weet alleen niet of dat de stukken zijn die u bedoelt. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkom stig hetgeen bij elk der stukken is aangegeven. 3. SCHRIJVEN VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OVER HET FONDS ARTISTIEKE WERKEN EN HET BEYERDFONDS. De heer VAN BANNING: Naar aanleiding van het gestelde in de laatste alinea, waarin u zegt dat het gewenst is dat er een heroriënta tie plaatsvindt over de voeding van de fondsen, zou ik een enkele op merking willen maken, zodat daarmee in de toekomst bij de bestude ring van deze kwestie wellicht rekening kan worden gehouden. Het Beyerdfonds, waarover ik het speciaal wil hebben, is in 1969 gevoed met 15. 000, -- in 1970 eveneens met 15. 000, -- en tussen tijds nog eens extra met 10. 000, De uitgaven over 1969 beliepen bijna f 15. 000, -- en over 1970 ongeveer 26. 800, --. Mijn vraag is nu of het nog wel dienstig is bedragen te reserveren, zeer zeker nu het met de financiën nogal moeilijk gesteld is, terwijl er bij de lening- dienst nog een bedrag van meer dan een ton is gereserveerd. De heer VAN OS: Ik hoop dat de bezinning op het fonds Artistie ke Werken en het Beyerdfonds aanleiding mag zijn tot een duidelijke bezinning op deze hele kwestie en de besteding van deze fondsen. Ver der hoop ik dat ook de Culturele Raad hierin op korte termijn deel zal hebben. De heer JANSEN: In de eerste plaats vind ik dit een positief stuk, maar aan de andere kant ben ik toch nog een beetje bang voor de hoge bedragen die erin voorkomen. Ik geloof dan ook dat wij onze hele pri oriteitenstelling weer eens zullen moeten herzien. U schrijft in dit stuk dat u advies gaat inwinnen betreffende het aankoopbeleid in de toekomst. Ook dat vind ik bijzonder positief, maar ik zou wel graag willen weten bij wie u advies gaat inwinnen» Ik hoop dat u hier ook de culturele raad bij zult betrekken en dat de mogelijkheid zal worden onderzocht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 573