581
22 APRIL 1971
Spanjer, Kroon, Koertshuis en Jansen zullen zijn. Dan is de afdeling
hierbij ingesteld en benoemd en kan zij aan het werk.
De heer KROON: Ik wil vragen of het de bedoeling is dat de com
missie voor verkeer - die naar mijn mening een commissie van advies
en bijstand is - blijft bestaan.
Wethouder VAN DUN: Bij de begrotingsbehandeling waarbij de
heer Sandberg zijn motie indiende is aan beide kanten vastgesteld dat
er een commissie bestaat die het college adviseert, wanneer het tref
fen van verkeersmaatregelen aan het college gedelegeerd is. Die com
missie blijft bestaan in haar huidige samenstelling; daarnaast wordt er
nu een raadsafdeling ingesteld die de raadsstukken op hun verkeerstechnische
merites zal bestuderen. Dit is van belang nu - zoals de heer Sandberg ge
zegd heeft. - het verkeer een steeds belangrijker plaats in de samenleving
gaat innemen.
De VOORZITTER; Er zijn nu voldoende termijnen geweest. De
leden van de afdeling worden geacht hun benoeming te hebben aan
vaard.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders besloten.
11. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET UITBREI
DEN VAN DE SCHOOL VOOR OPENBAAR KLEUTERONDERWIJS OVER-
AKKERSTRAAT 69 MET EEN SPEELWERKLOKAAL.
De heer VAN DER WERFF: De, wereld is klein; të klein vooral in
de kleine wereld. Vandaar dit preadvies van uw college.
Ik wil niet generaliseren, maar wel een paar vraagtekens zetten.
Ik weet dat het college van b„ en w. en speciaal wethouder Broeders
zich bezig houdt met de problematiek van de kleine wereld. Ik vraag
mij echter af, wanneer u voorstelt daar een rijdend lokaal neer te zet
ten, of er wel voldoende ruimte zal overblijven om te spelen en waar
u volgend jaar het volgende verrijdbare lokaal neer moet zetten, als
de trend van leerlingen doorzet. Die bedraagt 10 per jaar en af en
toe wel meer.
Met de kans dat u mij buiten de orde verklaart wil ik erop wij
zen dat bij agendapunt 30 als prijs van dat zgn. mobiele lokaal ge
noemd wordt een bedrag van 67.153,98. Ik heb begrepen dat daar
een aanzienlijk percentage bovenop komt voor situerings-, plaatsings-
en begeleidingskosten die de dienst openbare werken zal maken. Hier
uit zou kunnen volgen dat dit verrijdbare lokaal veel duurder zou wor
den dan een lokaliteit van een semi-permanent gebouw. De oudercom
missie heeft zich zowel op 16 november 1970 als op 20 maart 1971 tot
het college gewend in verband met de problematiek van wat zij de
zwervende dépendance pleegt te noemen. Er zijn drie lokaliteiten en
de vierde wordt naar beste vermogen door het college gesitueerd. Voorts
kunnen wij constateren dat de ruimte gering is en het huidige school-
gebouwtje maar matig aan de aan een kleuterschool te stellen eisen
voldoet. Op grond van dit alles vraag ik mij af of wij op de voorge
stelde wijze niet duurder uit zijn en of wij in deze wijk onderwijstech
nisch niet meer model zouden kunnen staan.