590 22 APRIL 1971 el dat wij geen gebruik moeten maken van oneigenlijke wetstoepassingen; dat is een hellend vlak. Een tweede punt is dit: ik ben natuurlijk blij dat er vrouwenorganisaties uitgenodigd worden. Ik geloof echter dat, zeker bij het sociale winkelen van tegenwoordig, ook mannen wel eens iets kopen. Wethouder VAN DUN: De heer Van der Werff heeft volledig gelijk, de heer Jansen niet helemaal. De heer Jansen heeft het gehad over nieuwe bestemmingsplannen tegenover bestaande bestemmingsplannen; de moei lijkheid doet zich juist voor in de contreien waar géén bestemmingsplan nen zijn. In antwoord op wat mevrouw Stockmann gezegd heeft het vol gende. Ik herinner mij woordelijk tegen de heer Jansen te hebben ge zegd: en dan denk ik onder meer aan de vrouwenadviescommis sie". Het is mij bekend dat er meer vrouwenorganisaties bestaan. De V.A.C. is een organisatie die toevallig gisteren aan de lijst is toege voegd; daarom schoot deze het eerst in mijn gedachten. Met de man- nenorganisaties heb ik het wat moeilijker, maar misschien kan de heer Van der Werff mij daarbij helpen. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming de mededeling van burgemeester en wethouders voor kennisgeving aangenomen. De VOORZITTER: Wij zijn toe aan de pauze. Ik wijs u erop dat deze iets langer kan duren dan normaal, omdat ik het college even bij een wil roepen voor nader beraad. Ik schors de vergadering. idige t d sn ike tor i- he onder ng rry- lbe- rry- it ien. Hierna wordt enkele ogenblikken gepauzeerd. De VOORZITTER: De vergadering is heropend. Op het ogenblik vergadert er één van de afdelingen uit de raad. Wanneer er straks iets herhaald moet worden, zal ik proberen dat samen te vatten, zodat toch iedereen weet wat er behandeld is. Ik neem met uw instemming de vrijheid de beraadslagingen voort te zetten, dan zul len wij straks zien hoe de zaak zich ontwikkelt. 20. PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AAN GAAN VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING "INTERGEMEENTE LIJK OVERLEG REGIO BREDA". De heer GEENE: Gaarne wil onze fractie u complimenteren met de vorderingen die zijn gemaakt op het gebied van de regionale samenwer king. Het véórliggende stuk, de ontwerp-regeling van de regio Breda, is daar een bewijs van. Wij weten hoe moeilijk samenwerkingen in West-Brabant op gang komen.' Des te meer waardering hebben wij voor het bereikte resultaat, waarvan wij weten dat het op dit ogenblik opti maal is. Het heeft dan ook weinig zin de ontwerp-regeling te bekriti seren. De regeling is een zgn. "lichte regeling" die de deelnemende gemeenten een grote mate van vrijheid laat. Wij geloven dat deze vrijheid nodig is, opdat men de gelegenheid krijgt aan elkaar te wen nen. Wij zouden dit willen noemen: "de verlovingstijd". Welnu, moge deze verloving uitmonden in een gelukkig huwelijk. Toch nog een kleine opmerking over de regeling zelf, en wel over de openbaarheid van vergaderen. Het wordt door velen op prijs gesteld als in de regeling zou worden opgenomen op welke wijze de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 590