a 591 22 APRIL 1971 aankondiging van de openbare vergaderingen zal plaatsvinden» Wat ons verder opvalt is dat de namen van twee gemeenten in de opsomming van de ontwerp-regehng ontbreken, Het zijn de gemeen ten Etten-Leur en Oosterhout. In de afdelingsvergadering was dit onder- werp van de beraadslagingen. Ook heeft het ons onaangenaam getroffen dat in een schrijven, gericht aaii alle Westbrabantse gemeenten, Etten- Leur en Oosterhout laten weten niets te voelen voor regionale samenwer- ki ng, doch de vorming van één groot gewest voor te staan. Ik geloof dat er noch in het college, noch in de afdeling een andere mening bestaat dan dat de samenwerking van onder af moet worden opgebouwd en uit eindelijk moet uitgroeien tot gewestelijke samenwerking in groot ver band. Niemand zal ontkennen dat de problemen die op West-Brabant afkomen van nationale, zelfs internationale betekenis zijn. Maar ook zal een ieder die daarvan op de hoogte is moeten toegeven dat de be staande verschillen in opvatting van dien aard zijn dat de vorming van één groot gewest op dit ogenblik niet bereikbaar is» De mening van het college, dat er voorlopig drie regio's gevormd moeten worden die in fe deratief verband gaan samenwerken en in tweede, fase een gewest kun nen gaan vormen, lijkt logischer en is naar onze mening wèl op korte termijn te realiseren. Dit alles overwegende is het ons dan ook niet duidelijk waarom Etten-Leur en Oosterhout menen zich op dit ogenblik afzijdig te moeten houden. Nogmaals: wij betreuren dit zeer en zijn van mening dat hiermee de op gang gekomen ontwikkelingen allerminst zijn gediend. De raadsafdeling en ook onze fractie hebben zich dan ook afge vraagd wat wij als gemeenteraad van Breda zouden kunnen doen» Om dat het eerdergenoemde schrijven van Etten-Leur en Oosterhout mede is gericht aan de gemeenteraden van West-Brabant, zijn wij van mening dat wij als gemeenteraad van Breda een beroep zouden moeten doen op de gemeenteraden van Etten-Leur en Oosterhout om alsnog toe te treden tot de interimregeling voor regionale samenwerking. De bedoelde ge meenteraden hebben via de pers kunnen kennisnemen van het bestaan van een intergemeentelijke gespreksgroep van gemeenteraadsleden. Zij kun nen weten dat de bedoelingen van de gemeenteraadsleden van Breda op recht zijn en dat deze niet uitsluitend beogen de Bredase belangen te behartigen. Wij zouden, wanneer de gemeenteraden van Etten-Leur en Oosterhout ondanks ons eventuele verzoek blijven weigeren deel uit te maken van de regio Breda, graag van deze raden willen vernemen wat dan de feitelijke bezwaren zijn» Tenslotte heb ik de eer u namens de meeste leden van de raadsafdeling van ruimtelijke ordening een motie aan te bieden van de volgende inhoud: "De gemeenteraad van Breda, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders tot het aan gaan van een gemeenschappelijke regeling met de gemeenten Baarle-Nassau, Breda, Chaam, Dussen, Geertruidenberg, Hooge en Lage Zwaluwe, Klundert, Made en Drimmelen, Nieuw-Gin- neken, Prinsenbeek, Raamsdonk, Rijsbergen, Terheyden, Tete- ringen, Zevenbergen en Zundert, overwegende dat samenwerking tussen de gemeenten in de regio Breda ter bereiking van meer eenheid in bestuur noodzakelijk is, een goed functionerende, eenheid van bestuur vanuit regionale ontwikkelingen dient te worden opgebouwd, daartoe het oogmerk zoals thans in de gemeenschappelijke regeling voor de regio Bre da wordt voorgesteld een goede basis vormt, constaterende dat de gemeenten Etten-Leur en Oosterhout in dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 591