597
22 APRIL 1971
dat er van het gemeentebestuur van Breda in die zin een stuwende kracht
zal uitgaan»
Tot slot wil ik ter illustratie ingaan op de gewesteli jke besluit
vorming over de tweede nationale luchthaven. De beslissing daartoe
is van nationale importantie en wordt op nationaal niveau genomen. da».
Aan de voorbereiding van deze beslissing zou een gewestraad - als die
er was geweest - in hoge mate hebben kunnen bijdragen. Inspraak via
een federatief regio-overleg bij gedeputeerde staten kan in het huidige
stadium van samenwerking alleen zinvol zijn als de meningsvorming
binnen de regio's tot stand is gekomen via een uitspraak van de gemeen
teraden van West-Brabant. Indien het dan ook in de bedoeling ligt de
regio Breda een standpunt te laten innemen inzake het al of niet vesti -
gen van een internationale luchthaven in West-Brabant, zullen daar
vóór de deelnemende gemeenteraden moeten worden gehoord. Onze
fractie dringt er bij uw college met klem op aan dat de gemeenteraad
van Breda wordt voorgelicht over deze materie en wordt gehoord, voor
dat hij in regionaal verband een standpunt zal innemen.
Tot slot de motie-Geene. Wij kunnen deze motie niet steunen.
Wjj achten het niet juist om, terwijl wij de zieaswijze van Etten-Leur
en Oosterhout tot op grote hoogte kunnen delen, deze gemeenten op
een dergelijke manier onder druk te zetten.
De heer VON SCHMID: Er is al erg veel gezegd. Ik geloof dat
iedereen het volkomen eens is over de belangrijke ontwikkelingen die
in West-Brabant gaan plaatsvinden, De plannen voor de luchthaven zijn
een symptoom van de komende ontwikkelingen» Uit de verwachte ont
wikkelingen vloeit logisch een gewestelijke samenwerking voort. Nu
kunnen wij betreuren dat deze er nog niet is - en dat doen wij allen
waarschijnlijk - maar wij zullen daar toch van uit moeten gaan. Op
sommige ontwikkelingen zullen wij nog geen greep hebben, omdat wij
nu pas tot samenwerking gaan komen. Bij belangrijke beslissingen kan
het zeer te betreuren zijn dat West-Brabant als zodanig nog geen stem
heeft.
Aan de andere kant is het toch zeer toe te juichen dat een aantal
gemeenten besloten heeft dit wijdere regionale verband aan te gaan»
Andere sprekers hebben er al op gewezen dat het een lichte organisatie
is. Het voordeel daarvan is juist - dat staat ook duidelijk in het stuk -
dat zij tot een zwaardere kan worden uitgebouwd. De ontwikkeling
verloopt niet van de ene dag op de andere. De snelheid ervan hangt
af van de situatie in andere regio's en van de verhoudingen tussen de
gemeenten in West-Brabant. Men kan op dit ogenblik nog weinig van
de ontwikkeling voorspellen; deze zal ook moeten groeien. De gemeen
ten in West-Brabant, zijn tenslotte ook historisch gegroeid. Met die
omstandigheid zullen wij allen rekening moeten houden.
Dit voorstel acht ik een stap in de goede richting die verdere
gewestvorming niet verhindert en die er al vast toe leidt dat men in
ruimer regionaal verband gaat denken, dat men elkaar leert kennen
en dat men eikaars problemen ziet. Niet dat alle problemen ineens
opgelost zullen kunnen worden, maar wij zullen ze meer Westbrabants
gaan bekijken in plaats van vanuit onze eigen gemeente.
Ik geloof dat het belangrijk is dat wij al een paar keer intergemeen
telijk overleg tiissen Breda en de randgemeenten hebben gehad. In de
toekomst zal men misschien in deze formatie nog wel eens bijeenkomen;
in ieder geval was dat al een aardig begin van samenspraak. De ontwik
keling in verband met de herindeling van Breda-Noord heeft misschien