599
22 APRIL 1971,
niet geschikt is, wanneer er plotseling iets snel moet gebeuren. Ik ben
van mening dat de drie regio's gebaseerd zijn op gemeenten in die re
gio; dat kan men van de W. E„ B. niet zeggen. De W. E„ B, is een ge
zelschap van burgemeesters die geprobeerd hebben enkele zaken met
elkaar te doen. De heer Van Os vraagt om het democratischer op te
lossen. Welnu, deze regio en de samenwerking tussen regio's is een
middel om tot een veel betere oplossing te komen. Wanneer u de sa
menstelling van de regioraad nagaat, ziet u een vertegenwoordiger
van de raad, van het college van b, en w, en tenslotte ook de burge
meester, Ik kan aan het adres van de heer Geene en de heer Van Os
zeggen dat deze koppeling een veel betere oplossing is dan wanneer
het initiatief door de W, E. B. zou zijn genomen.
De heer Kroon heeft gesproken over de inhoud van de regeling
en gezegd dat hij te zijner tijd een zwaardere regeling hoopt te zien.
Hierbij heeft hij verwezen naar de considerans van de regeling die voor
u ligt. Het is ontegenzeggelijk de bedoeling tot een zwaardere rege
ling te komen. Wanneer de regioraad geïnstalleerd kan worden, zal er
op de agenda voor de eerste vergadering - naast een inventarisatie van
de problemen - ook een bespreking van een toekomstige zwaardere re
geling voorkomen. Voorts zal men dan ook al gaan werken aan een
federatieve band en aan de belangenbehartiging van heel West-Brabant,
De heer Kroon heeft ook gevraagd of er kans is de Dongemond-
gemeenten met Oosterhout te laten samenwerken. Ik neem aan dat de
Dongemondgemeenten zich zonder meer bij de regioraad zullen aan
sluiten. Allerlei samenwerkingsregelingen tussen de Dongemondgemeen
ten en eventueel Oosterhout zijn niet totaal uitgesloten, maar naar
mijn opvatting zeker ongewenst. Het lijkt mij logisch dat die samen
werking alleen tot stand zou moeten komen in het kader van het orgaan
zoals dit vandaag naar ik hoop tot stand komt, waarbij dat samenwer
kingsverband dus ondergeschikt in de goede zin van het woord zou moeten
zijn kan deze lichte regeling die in de regio Breda tot stand komt. De
heer Kroon heeft ook gesproken over de W. E, B.ik heb daar al iets
over gezegd en kom daar nog even op terug in verband met de vlieg-
'eldkwestie,
De heer Spanjer heeft duidelijk gezegd - ik ben hem daar dank
baar voor - dat hij deze lichte regeling voorstaat. Hij stemt in met de
openbaarheid en is van mening dat de subregio's in Dongemond iets
te maken zullen moeten hebben met de regio Breda. Ik maak hier de
voorzichtige kanttekening bij dat naar mijn idee, wanneer er een vierde
regio in West-Brabant zou ontstaan, het overleg tussen de regio's ge
makkelijker zou verlopen.
Het is een vrijblijvende regeling. De vrijblijvendheid leidt er
toe dat uit de artikelen die de heer Spanjer noemde, art, 2 en 4c, al
leen maar kan voortvloeien dat de besluiten van de afzonderlijke ge
meenten aan de regioraad worden medegedeeld. Ik zou het bijzonder
prettig vinden als er ook vooroverleg over de besluitvorming zou kun
nen plaatsvinden; nog prettiger zou ik het vinden, wanneer men na
verloop van tijd gezamenlijk dingen kan gaan doen en bevoegdheden «K-
van de gemeenteraden naar de regioraad zou kunnen overbrengen. Op
het ogenblik is de situatie echter niet zo. Ik geloof dat het overleg
tot nu toe aanleiding geeft in een goede sfeer en in vertrouwen dat
vooroverleg te voeren. Ook met deze lichte regeling houdt men de
mogelijkheid open om kwesties die de gemeenten gezamenlijk betref
fen met elkaar te bespreken.