607 22 APRIL 1971 De heer FROGER: Ik zou nog graag willen opmerken dat het ge geven voorschrift NEN 1010 al meer dan 10 jaar oud is. Dus het is erg verwonderlijk dat deze fout is gemaakt. De VOORZITTER: Ik weet niet met welke bedoeling u deze vraag stelt. De heer FROGER: Ik vraag dit, omdat ik mij nauwelijks kan voor stellen dat een dergelijke fout energiebedrijven en openbare werken ontgaat. De VOORZITTER: Het is niet mogelijk deze vraag te beantwoorden, zodat u ons moet excuseren. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 25. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT ONGE- GRONDVERKLARING VAN HET BEZWAARSCHRIFT VAN J. DECKERS INZAKE EEN WEIGERING VAN EEN BOUWVERGUNNING. De heer FROGER: Het is misschien wel een ondeugende vraag, maar wij hebben een maand geleden een bouwvergunning geweigerd met het dreigement van vernietiging als de raad het zou vragen; hangt dat hier de raad ook niet boven het hoofd? De VOORZITTER: Ik herinner mij niet dat er dreigementen ge bruikt zijn. Ik geloof dat de beslissing reëel blijft. Ik heb alleen mede gedeeld wat de opvattingen zouden zijn, als u het aannam. Het woord "dreigement" is dus wat overdreven. De heer FROGER: Het is in de afdeling ongeveer analoog gegaan en ik heb het vooral aangevoeld als een dreigement. Misschien heb ik het fout opgevat. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkom stig het voorstel van burgemeester en wethouders. 26. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET DOEN MAKEN VAN EEN DOUCHERUIMTE IN DE WONING PLATAANSTRAAT 55 T.B.V. DE LICHAMELUK GEHANDICAPTE HUURDER VAN DEZE WONING. De heer VAN DER WERFF: Op zichzelf is dit een sympathiek voorstel. Dit stellen wij voorop, wanneer wij kanttekeningen maken. Wij vragen ons af of dit wel een kwestie is voor advisering door de af deling van openbare werken; wij geloven dat dit een zaak is voor de afdeling sociale saken, met dan ook een advisering van de G. G. D. Op de tweede pagina van de bijlage, waar u nu een wat bijzonder ele ment invoert, had men dan een beroep op de bijstandswet als mogelijk heid kunnen openstellen. Een andere zaak is dat andere huizen van de Plataanstraat niet voorzien zijn van een douche. Dit zou voor de andere bewoners een pijnlijk precedent kunnen gaan vormen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 607