620
22 APRIL 1971
43, PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZAKE HET
CIVIC CENT RE-PLAN.
Dit voorstel wordt van de agenda afgevoerd.
44. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VERKOOP
VAN WONINGWETWONINGEN.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders.
RONDVRAAG.
De VOORZITTER: In afwijking van de gebruikelijke methode wil
ik beginnen met het doen van een mededeling die mijns inziens aanlei
ding geeft tot enige verheugenis. Dat is namelijk dat in de loop van
vandaag de ruilverkaveling Princenhage-Noord is aanvaard met een
meerderheid van 52,2 "Jo van de oppervlakte van dit gebied. Zoals men
misschien weet zijn er twee mogelijkheden om een ruilverkaveling aan
te nemen in de ruilverkavelingswet, namelijk het aantal of de opper
vlakte» Welnu, in dit geval is de ruilverkaveling aangenomen met
52,2 "jo van de oppervlakte die zich daarvoor heeft uitgesproken.
Een jaar of twaalf, dertien geleden wilde de gemeenteraad dit
gebied bebouwen. Het was een historisch moment toen de gemeenteraad
van Breda in 1959 in beroep wilde gaan bij gedeputeerde staten tegen
een afkeuringsbesluit. Dat is niet gebeurd en daarna is door diezelfde
gemeenteraad, in 1963 naar ik meen, de ruilverkaveling aangevraagd,
die nu dus tot dit resultaat heeft geleid. Dat betekent dat dit gebied gaat
worden gereconstrueerd, waardoor wij, ik mag wel zeggen, midden in
onze stad een tuinbouwgebied krijgen. Ik meen te mogen zeggen dat
dit een verheugende ontwikkeling is en dat de tuinders in dit gebied,
ook al is de meerderheid niet groot, toch gelukgewenst mogen worden.
Meestal worden de voordelen van een ruilverkaveling overigens pas
goed aangevoeld wanneer die eenmaal tot stand is gebracht.
Ik meen dat het de moeite waard is dit in deze vergadering met
een enkel woord te memoreren.
Vervolgens wil wethouder Melzer nog een mededeling doen. Ik
stel hem daartoe gaarne in de gelegenheid.
Wethouder MELZER: De mededeling die ik te doen heb is, zoals
het zich laat aanzien, voor de ene Bredanaar prettiger dan voor de an
dere» De kwestie is namelijk dat het voorstel tot het verhogen van de
tarieven voor de waterleiding dat de raad de vorige maand heeft aange
nomen, niet is goedgekeurd door het ministerie van Economische Zaken,
op basis van de prijsopstelling. Wij hebben inmiddels een gesprek gehad
op Economische Zaken. De deur staat nog op een heel klein kiertje,
zou ik willen zeggen. Het zou namelijk een bijzonder ongelukkige
situatie zijn wanneer wij weer teruggingen naar het tijdperk dat de
ene Bredanaar voor zijn drinkwater meer moest betalen dan de andere.
Het kan bij wijze van spreken uw buurman zijn.
De heer QUADEKKER: U hebt zojuist meegedeeld dat de afde
ling voor culturele zaken na de pauze heeft vergaderd. Wat wij ons
afvroegen is waarom die pauze langer geduurd heeft en waarom u zich