4 MEI 1971 Tegenwoordig; P L. E. AMERICA, L. A.M. VAN BANNING, MR. G. W. A. BARIJ, H. BIEMANS, H. BROEDERS, J. L. G. BROOIMANS, P. J. VAN CAULIL, C.J. CRUL, J. P.A. VAN DUN, C.A, VAN DUIJL, F. P. M. FROGER, J.G.W. GEENE, J. A. VAN GRAAFEILAND, MEVR. W. JüGER- MIDDELBEEK, A.M. JANSEN, A.B. KRAMER, A. KROON, A.W. VAN LOON, DRS. J. H. H. MANS, F.J. MELZER, A. C. W. M. MENSEN, MEVR. IR. E. M. VAN NES-BRANDS, L. PH. VAN OS, MEJ. M. L. A. PAULUSSEN, A.H. W.M. DE RAAFF, MEVR. J. VAN ROOIJ-V. D. HEUVEL, G.A. ROOZEBOOM, JHR. R. G. P. SANDBERG, JHR. DRS. F A. VON SCHMID, DRS. J. H. SEVERENS, A. SPANJER, MEVR. O, STOCKMANN-V. D. KALLEN, DRS. Y. P.W. VAN DER WERFF, MEVR. D. WILLEMS-VAN DOORN. Afwezig met kennisgeving: G.H.J. GIELEN, IR. H. J. VAN MERKOM, MR. L.M. VAN OVERVELDT, J. H. M. QUADEKKER, P. M. J. F. X. KOERTSHUIS. Voorzitter: de heer IR. W. J. L. J. MERKX. Secretaris: de heer DR. J. P. A. VAN DEN DAM. De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit, waarvan de tekst is opgenomen in artikel 10 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad. De VOORZITTER: Dames en heren, ik wil U bij de aanvang van deze vergadering mijn excuses aanbieden dat deze vergadering juist op dit tijdstip is geconvoceerd; U zult begrepen hebben dat dit ver oorzaakt is door alle mogelijke toevallige omstandigheden. Ik hoop dat U dit excuus wilt aanvaarden. Dames en heren, er is een brief binnengekomen van de heer Crul, mevr. Willems-van Doorn, de heer America, de heer van Os, de heer von Schmid, de heer Froger, de heer Koertshuis, mej. Paulussen en mevrouw van Nes die ik U in afschrift heb doen toekomen en waar van het naar mijn idee belangrijk is, wat gesteld wordt onder punt 2, waarbij ondergetekenden het noodzakelijk vinden dat in de bedoelde vergadering van gedeputeerde staten van morgen, het gevoelen van de raad van Breda wordt toegelicht. Zij verzoeken U daarom een verga dering van de gemeenteraad van Breda te doen plaatsvinden om de gemachtigden aan te wijzen voor het uitspreken van dit gevoelen. U hebt kennis kunnen nemen van deze brief en ik heb U bij mijn brief van gisteren, 3 mei, uitgenodigd voor deze vergadering. Het lijkt mij redelijk dat de eerste ondertekenaar van dit ver zoek, te weten de heer Crul, het eerst het woord krijgt over deze aangelegenheid. Het blijkt zo te zijn dat de heer Crul toepassing wil geven aan artikel 162 van de gemeentewet waarbij de raad de gelegenheid heeft om gemachtigden aan te wijzen om in een open bare hoorzitting van gedeputeerde staten het gevoelen van de raad kenbaar te maken. Als U met deze procedure kunt instemmen dan heeft de heer Crul het woord. De heer CRUL: In de brief van gedeputeerde staten, die bij Uw brief van 28 april was gevoegd, wordt dus de mogelijkheid inge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 624