625 4 MEI 1971 volge de gemeentewet opgenomen, als individueel raadslid, of als gemachtigde van individuele raadsleden in de vergadering van gedeputeerde staten van morgen te verschijnen en daar van Uw ge voelen blijk te geven, maar ik ben van mening dat speciaal de raad, deze raad van Breda, via de brief van 21 april van gede puteerde staten, een uitnodiging heeft ontvangen om morgen van nun gevoelen te doen blijken, nun gevoelen toe te lichten en de procedure van herindelingen en wijzigingen van gemeentegrenzen is terecht lang en mij dunkt onder andere omdat daardoor aller lei garanties zijn ingebouwd zodat elke stap die genomen wordt de volledige democratische inbreng van de burgers al of niet via hun vertegenwoordiger mogelijk wordt gemaakt en wij zitten hier ten slotte als vertegenwoordigers namens de kiezers van Breda en hoewel de laatste verkiezingsuitslag wel aangeeft dat we niet de juiste vertegenwoordigers zijn, moeten we toch daarvan uitgaan, dacht ik. De vergadering van 5 mei as.dus morgen, is naar mijn me ning een belangrijk punt in de procedure die op gang is gebracht, waarbij de raad, vind ik, uit democratisch oogpunt als vertegen woordiger van de Bredase bevolking niet kan worden gemist in Den Bosch. Daarnaast vind ik het noodzakelijk aan onze kiezers, aan gede puteerde staten èn de randgemeenten te tonen, dat wij ons als raad volledig bij dit zo belangrijke gebeuren voor ons als centrum gemeente en voor de randgemeenten betrokken voelen en dit kan op dit punt van de procedure naar mijn mening op c|e sterkste wijze als gemachtigden uit deze raad morgen op de vergadering van gedeputeerde staten aanwezig zijn. Ik stel U dan ook voor om daartoe gemachtigden aan te wijzen. In de vergadering van 25 maart j. 1. zijn duidelijk 2 stromingen, 2 afwijkende standpunten, betreffende de herindeling naar voren ge komen. Het lijkt me dan ook gewenst dat bij aanwijzing van ge machtigden de voorkeur uitgaat naar 2 gemachtigden. Daar wou ik het in eerste instantie bij laten. De VOORZITTER: Dank U, meneer Crul, U spreekt zich op dit moment nog niet uit over degenen die U aangewezen zou willen zien. De heer VAN DER WERFF: De heer Crul voerde zojuist het woord en doelde kennelijk op de verhoudingen in zijn fractie na het duide lijk behaalde overwicht van de P. v. a. A. Ik kan mij zijn zorg voor zijn eigen representativiteit dan ook volledig voorstellen. Ik ben altijd te porren voor een vergadering. Maar ik zet even een vraag teken bij de opzet van deze bijeenkomst, hoewel ik graag wil toe geven dat de heer Crul mij tijdig er van in kennis gesteld heeft aat hij van plan was deze vergadering bij U aan te vragen. Niet, helemaal niet dat ik de legaliteit van het verzoek zou willen be strijden, maar de zin ontgaat mij enigermate. Elk raadslid kan naar de openbare vergadering van gedeputeerde staten. En blijkens de uitnodiging kunnen de leden zich door ge machtigden laten vertegenwoordigen. Niemand stelt, ik heb zojuist de gemeentewet van meneer Kroon, U ziet hoe goed de interfractionele verhoudingen af en toe zijn, te leen gekregen, maar niemand stelt dat die machtiging via een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 625