642
27 MEI 1971
dan nu doen. Op de aanvullende agenda hebt u kunnen lezen dat punt
10 mede op verzoek van de betrokken afdeling van de agenda zal wor
den afgevoerd. Hetzelfde geldt voor agendapunt 32. Aan de agenda
wordt toegevoegd punt 39, waarover ik u graag iets wil zeggen. Het
betreft het preadvies van burgemeester en wethouders op het besluit
van gedeputeerde staten van 14 april inzake de instelling van een com
missie schooladvies- en begeleid!ngswerk alhier. In verband met de
urgentie van de besprekingen die wij met gedeputeerde staten moeten
voeren, stel ik de raad voor dit agendapunt zo mogelijk te behandelen
na afhandeling van agendapunt 6. Wij willen deze zaak spoedig met
gedeputeerde staten bespreken; er is een verdagingstermijn aan verbon
den die op 14 juni afloopt. Het is een termijn die wij vanaf morgen zeer
zeker nodig zullen hebben om de zaak in het college verder te behande
len en bespreken. Ik stel de raad derhalve voor dit agendapunt na punt
6 in behandeling te nemen.
Aldus wordt besloten.
De VOORZITTER: Dames en heren. Ik heb een brief ontvangen
van het lid van de raad de heer A. M„ Jansen, gericht aan het colle
ge van burgemeester en wethouders en aan de raad. De inhoud van de
brief luidt als volgt;
"Mijne Heren,
Hierbij deel ik u mee dat ik met ingang van 1 mei 1971 actief lid ben
geworden van D. S. '70. Mijn motivatie tot deze stap was:
1. Na intensieve bestudering van de ontwikkeling van D. S» '70, alsme
de hun positieve beginselprogramma, en na diverse gesprekken met
mijn fractie en een groot deel van mijn achterban, ben ik tot de
overtuiging gekomen dat bovengenoemde partij mij zal inspireren
in mijn verdere activiteiten als raadslid.
2. Als democraat, tot nu toe niet partijpolitiek gebonden, zal ik als
democraat blijven optreden, hoewel het onvermijdelijk is dat in
de toekomst mijn gedragslijn zal worden beïnvloed door het socialis
me van de Democratisch-Socialisten '70.
Gelet op bovengenoemde redenen is het uiteraard vanzelfsprekend dat
ik niet in de raad namens D.S. '70 kan optreden, doch dat mijn ge
dragslijn mede bepaald zal worden door mijn lidmaatschap van D.S.
'70."
Zonder hoofdelijke stemming wordt deze brief voor kennisgeving
aangenomen.
De VOORZITTER: Dames en heren. Zojuist is mij door bemidde
ling van de heer Van Os een brief in handen gesteld van de Stichting
Gemeenschapsaccommodatie Breda-Zuid-Oost, gericht aan de raad
van de gemeente Breda. In die brief wordt bezwaar gemaakt tegen de
verhuur van het gebouw Wolfslaar aan de Grontmij. Ik stel u voor deze
brief te behandelen bij agendapunt 5. Bij die gelegenheid zal ik u de
brief ook voorlezen, zodat zij dan onderdeel van beraadslaging kan uit
maken.
Aldus wordt besloten.
De VOORZITTER: Dames en heren. Intussen moet agendapunt 1
nog steeds behandeld worden; het is het voorstel van burgemeester en