643 •27 MEI 1971 wethouders om het schrijven van het Comité Behoud Binnenstad in hun handen te stellen om preadvies. De heer BROOIMANS: Het is te doen gebruikelijk dat punt 1 van de agenda de vaststelling betreft van de notulen van de vergadering die twee maanden eerder is gehouden. Ik stel vast dat de notulen van de raadsvergadering van maart niet op de agenda zijn vermeld, terwijl wij de notulen van de vergadering van februari nog slechts gedeeltelijk ontvangen hebben. Kan het college ons verklaren waarom deze notulen zo lang uitblijven? De VOORZITTER: Dames en heren. Ik wil hier wel een enkel woord over zeggen. De raad mag ervan overtuigd zijn dat de notulen van de vorige raadsvergaderingen zo spoedig mogelijk op de agenda zullen worden geplaatst. In dit verband mag ik u mededelen dat er sprake is geweest van overmacht bij degenen die de notulen hebben moeten maken. Deze mensen hebben de laatste maanden bijzonder veel arbeid moeten verrichten. Er rs nog een argument aan te voeren. Enkele malen hebben wij een beroep op het stenografenbureau moeten doen om zeer snel notulen uit te brengen. Ik herrnner u aan het vraagstuk met betrekking tot de grenswijziging van Breda-Noord, van welk vraagstuk op zeer korte termijn notulen moesten worden vervaardigd. Wij blijven echter diligent in dezen. 1. VOORGESTELD WORDT HET VOLGENDE STUK OM PREADVIES IN HANDEN TE STELLEN VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS: schrijven van het comité behoud binnenstad over het treffen van voorzieningen aan het terrein Beyerd-Vlaszak. Aldus wordt besloten. 2. VOORGESTELD WORDT HET VOLGENDE STUK TER AFDOENING IN HANDEN TE STELLEN VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS: schrijven van circus Toni Boltini met het verzoek aan de raad geen vermakelijkheidsbelasting meer te heffen voor circusvoor stellingen. De heer VON SCHMID: In het belang van het circuswezen in ons land, wil ik b. en w. met klem aanbevelen het verzoek van circus Toni Boltini in zeer welwillende overweging te nemen. Het zou erg jammer zijn als een van de laatste circussen in ons land vanwege financiële moeilijkheden te gronde zou gaan. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 3. VOORGESTELD WORDT DE VOLGENDE STUKKEN VOOR KENNIS GEVING AAN TE NEMEN: a. schrijven d. d. 22 oktober 1970 van het Actiecomité Shell-Moer- dijk met het commentaar daarop van de directeur van het Indus trieschap Moerdijk; b. schrijven van de Stichting Jeugd- en Jongerencentrum Breda, de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 643