645
27 MEI 1971
kan niet begrijpen dat men dat een trieste zaak kan noemen. De heer
Von Schmid kan wel menen dat de belangen verder strekken dan alleen
tot de K.V.P. -fractie, maar dan kunnen wij er toch nog wel behoefte
aan hebben een intern onderzoek te doen instellen. Wij hebben er nie
mand van weerhouden op een andere manier een onderzoek in te stel
len.
De heer CRUL: U hebt er ons wel van weerhouden het op een an
dere manier te doen.'
De heer VAN CAULIL: Ik blijf bij mijn mening. Mogen wij mis
schien nog een eigen fractiebesluit uitvoeren? Iedereen heeft het recht
dit besluit te kritiseren, maar vooralsnog ben ik van mening dat wij
juist gehandeld hebben, zowel ten opzichte van de raad als ten opzich
te van de K. V. P.
De heer CRUL: Ik weet niet of het nog nodig is het verzoek te
herhalen dat ik heb gedaan tijdens mijn voorstel van orde. Ik heb het
college toen gevraagd de 'brief onder punt 3i van de agenda van een
preadvies te voorzien.
De VOORZITTER: Dames en heren. Naar ik meen ligt het op mijn
weg u iets van het standpunt van burgemeester en wethouders duidelijk
te maken. Het ligt niét op de weg van het college, en zeker niet op
die van de voorzitter, te treden in de belangen van de in de raad ver
tegenwoordigde fracties. De voorzitter dient zich daarvan te distantië
ren.
Burgemeester en wethouders zijn niet de eerst geroepenen om
preadvies uit te brengen over de brief van de heren Bos en Teuben,
Het is een zaak die het college als zodanig niet direct regardeert.
Daarom is het op zijn zachtst uitgedrukt moeilijk daarover een pread
vies uit te brengen»
De heer Van Os heeft de wens geuit dat de ingekomen brieven
die aan de raad zijn gericht aan de leden van de raad worden toegezonden.
Tot nu toe is het de gewoonte geweest dat soortgelijke stukken voor de
raadsleden ter visie worden gelegd. Volgens de daarvoor bestemde reglemen
ten is dat een hele normale procedure. Juist de laatste tijd beraadt het col
lege van burgemeester en wethouders zich ernstig over de vraag of derge
lijke stukken ten behoeve van de besluitvorming niet aan de leden zou
den moeten worden toegezonden. Het college heeft zeer onlangs beslo
ten na te gaan welke mogelijkheden hierin gelegen zijn en of dit via
duidelijke afspraken zou moeten worden vastgelegd. Wanneer dat zo
zou zijn, zouden wij verder kunnen komen met deze openheid van
stukken, uiteraard via de democratiseringscommissie. Van deze brief
heeft men op de tot nu toe gebruikelijke manier kennis kunnen nemen.
Ik weet uiteraard niet wat u thans verder wenst te behandelen.
Onder de agendapunten 4, 5 en 6 zijn drie zaken geagendeerd. Ik heb
geen agendapunt kunnen bespeuren dat handelt over een onderzoeks
commissie of andere zaken die in verband daarmee aan de orde zou
den kunnen worden gesteld. Ik persisteer bij de opvatting dat dit stuk
voor kennisgeving moet worden aangenomen. Zoudt u dit stuk echter
voorlopig even uit deze lijst willen lichten om er in de loop van de
avond nog over te kunnen discussiëren, dan kan ik daar vrede mee heb
ben.
