659
27 MEI 1971
onafhankelijke commissie te benoemen. Ook daarvan meen ik te mogen
zeggen dat een dergelijk verzoek niet voorzien behoeft te worden, en
ook niet voorzien k&n worden, van een preadvies van het college van
burgemeester en wethouders.
De heer VON SCHMID: Volkomen terecht heeft wethouder Broe
ders erop gewezen dat er in dezen verschillende dingen door elkaar
heen lopen. Zo is er ook gesproken over het volkshogeschoolwerk, ten
aanzien waarvan de raad zich uitdrukkelijk heeft uitgesproken dat dit
voortgang zou moeten vinden. De heer Van Loon heeft gemerkt dat er
altijd weer vragen om de hoek komen kijken betreffende de instelling
van een commissie van onderzoek. Ik geloof dat ik niet zozeer om de
hoek heb gekeken. Die commissie is er gewoon geweest. De motie-
Crul is inderdaad verworpen, maar daarna is er een onderzoekscommis
sie uit de K.V.P. -fractie benoemd. Zodoende is de kwestie in een ge
heel ander daglicht komen te staan. Wij kunnen dat betreuren of toe
juichen, maar terugdraaien is niet mogelijk. Wij moeten uitgaan van
het feit dat er een onderzoekcommissie is geweest die straks met een
rapport in de openbaarheid zal komen. Het onderzoek op zichzelf is
bepaald niet ongunstig te noemen en het kan zeker bepaalde verdacht
makingen wegnemen, maar het gaat erom dat het onderzoek slechts
vanuit één fractie heeft plaatsgevonden. Dat betreur ik ten zeerste,
omdat juist daardoor aan de objectiviteit afbreuk wordt gedaan. Als
wij deze zaak uit de wereld willen helpen, zal er straks in een extra
vergadering.
De heer VAN DER WERFF: Die extra vergadering haalt vast geen
quorum.'
De heer VON SCHMID; Blijkbaar gaat de heer Van der Werff
nu dezelfde tactiek toepassen als eerder op de avond van andere heren
is gebleken. Dat lijkt mij weinig democratisch.'
De heer VAN DER WERFF: De tijd van Hammurabi bestaat nog
wel.
De heer VON SCHMID: Ik neem aan dat de heer Van der Werff
nog wel terug zal komen van deze enigszins spontane kreet als er frac-
tieberaad is geweest. Hoe dit ook zij, ik blijf aandringen op een ob
jectieve onderzoekscommissie, die ook zou kunnen worden ingesteld
door de gezamenlijke fracties en niet door de raad als instelling.
Als de K. V. P. -fractie de andere fracties in staat had gesteld mee te
denken over het instellen van zo'n commissie, was de hele zaak van
daag misschien wel afgerond geweest. Wellicht was dan hetzelfde
rapport ontstaan als wat nu door de K. V. P. -onderzoekscommissie is
geproduceerd, maar dan was in ieder geval niet dié splitsing opgetre
den die wij vanavond in de Bredase raad hebben waargenomen. De
wethouder heeft gezegd dat hij nu niets wil zeggen over een onder
zoekscommissie. Ik vraag mij af of hij er wel ooit iets over zal zeg
gen.
Wethouder BROEDERS: Dat wil ik nu wel doen. Ik meen dat de
raad daartoe niet de bevoegdheid heeft.
De heer VON SCHMID: Het behoeft ook niet per se vanuit de