65
9 FEBRUARI 1971
Helaas een weinig bemoedigende start, die hen die het goed menen
toch wel het ergste doet vrezen.
Als wij niet in een sfeer van vertrouwen bereid zijn in loyale samen
werking de vraagstukken rond de democratisering te bespreken, kunnen
we beter onze tijd aan andere, voor de gemeenschap belangrijker,
zaken besteden.
De democratisering gaat, ook zonder dat wij ons daarmede via een
commissie bezighouden, toch wel door.
Als het dan echter gebeurt op een wijze die ons niet of minder aan
staat, hebben wij dat alleen aan ons zelf te wijten.
VERKIEZINGSUITSLAG.
Omdat het de eerste begrotingsbehandeling is na de 4-jaarlijkse
verkiezingen een paar korte opmerkingen.
Mijn partij was met de verkiezingsuitslag dik tevreden. Wij ver
loren weliswaar enkele zetels, maar daarentegen leefden wij de laat
ste jaren, vooral door de invloed van het Boerenpartij-effect van
1966, wel boven onze stand. Het vertrouwen van onze kiezers was
veel groter dan velen hoopten.
Iets over het PAK zeggen lijkt mij wat prematuur. De onderlinge
samenwerking in Breda lijkt nog weinig geconsolideerd. Landelijk
zakt de zaak al heel spoedig als een pudding in elkaar. Veertig
vooraanstaande P. v. d. A.-ers zeiden nog kortelings: "Het PAK biedt
geen politiek perspectief.
Drs. Aarden gaat de PPR ontbinden als die partij geen 5 zetels haalt.
D'66 en PSP doen niet eens mee.
Op een werkelijk constructief medewerken van deze groepering kan
in deze omstandigheden, vooral ook vanwege hun ook in deze raad
politieke opstelling nog nauwelijks worden gerekend.
Democraten/D'66 lagen al direkt uit elkaar, terwijl de vrijage tus
sen Democraten en Gemeentebelangen zich blijkbaar nog in net
stadium van scharrelen bevindt.
Het is bepaald niet uit jaloezie dat ik de heer Froger als fraktie-
voorzitter van lijst 5 Bredase Belangen zou willen uitnodigen, nu
maar eens aan zijn z. g. n. verontruste K. V. P.-kiezers te vertellen
wat zijn groepering van haar programma denkt waar te maken.
Uw groep, mijnheer Froger, was zo verschrikkelijk verontrust over
het ontbreken van vertegenwoordiger(s) van het onderwijs en de
wijken. Daarom moest U en anderen toch zo nodig met een eigen
lijst komen?
Die gepropageerde verontrusting was en _is_ onwaar en gezocht en
waarschijnlijk slechts uitgevonden om de ware reden te camoufleren
en een zo groot mogelijk aantal K. V. P.-kiezers te misleiden. Uw
oud-fractiegenoot Schoenmakers verklaarde in de Stem van 29 mei
1970: "Er zou beslist geen andere lijst zijn gekomen als de K. V.P.
bij de kandidaatstelling trouw zou zijn gebleven aan haar eigen