672 27 MEI 1971 het bezwaar van gedeputeerde staten kunnen zijn, gezien ons aller be kendheid met de beginselen van subsidiariteit en soevereiniteit in ei gen kring9 Het zal duidelijk zijn dar. mijn fractie op het standpunt staat dat wij verwachten - dat blijkt ook uit uw preadvies - dat het college van burgemeester en wethouders de besluitvorming zoals die hier gevallen is met klem zal verdedigen en duidelijke argumentatie zal eisen van gedeputeerde staten voor hun afwijzing terzake. Voorlopig is het nog een verdaging. De heer BARII: Ik kan u zeggen dat mijn fractie evenals uw col lege met de allergrootste verbazing kennis heeft genomen van de brief van gedeputeerde, staten. Die verbazing werd bij mij nog groter toen ik zag dat die brief gedateerd was op 14 april en verzonden op 20 april, zodat dit college zich nog een week op de inhoud heeft kunnen bezin nen voordat de briel de deur uit ging, maar zelfs dat is blijkbaar niet voldoende geweest. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat gedeputeerde staten het rapport dat ons is gepresenteerd over het schooladvies- en begelei- dingswerk niet of nauwelijks hebben gelezen, want anders is het toch bijna onmogelijk om tot deze stellingname te komen. Ik wil daar verder niet op ingaan, de heer Van der Werff heeft dat uitstekend gedaan en ik sluit mij daar volledig bij aan. Wij staan uiteraard helemaal en volgaarne achter het voorstel dat ons hier wordt voorgelegd. Mevrouw WILLEMS-VAN DOORN; Onze fractie sluit zich ook volledig aan bij hetgeen de heren Van der Werff en Barij hebben ge zegd. Zij hebben het uitstekend gedaan en ik zal dus niet in herhalin gen treden. De heer Van Os: Ook wij stellen ons geheel achter de woorden van de voorgaande sprekers. Ik kan de reactie van gedeputeerde staten niet anders verklaren dan als een totale black-out. De heer KRAMER: Ook ik zal maar zeggen dat ik mij aansluit bij de voorgaande sprekers en spreekster. Ik kan daar nog aan toevoegen dat in Den Bosch Breda blijkbaar geen koploper mag zijn. Wethouder BROEDERS: Het is aan de ene kant met genoegen dat ik antwoord, omdat blijkt dat de gehele raad achter het preadvies van het college staat. Aan de andere kant doe ik dat echter met dezelfde teleurstelling die de heer Van der Werff al heeft vertolkt. Ook het col lege en in het bijzonder deze wethouder is bijzonder teleurgesteld over het antwoord van gedeputeerde staten en ik ben het dan ook geheel met de heer Van der Werff eens dat de motivering van deze afwijzing bij zonder teleurstellend is. Wij zouden hier uitvoerig over kunnen spreken, maar ik zal dat niet doen. Wanneer echter het woord "verzuiling" valt in deze con text, is dat ook voor burgemeester en wethouders een volstrekt raadsel, zoals men trouwens met andere bewoordingen ook terugvindt in ons preadvies. De schoolartsendiensten in Nederland vallen onder hetzelfde ministerie en als men dan weet dat die in Limburg bijvoorbeeld verzorgd wordt door het Groene Kruis, dan wordt die verbazing alleen maar gro ter wanneer men doordringt in de problematiek die hierbij aan de orde is. Bovendien moet ik zeggen dat men, wat de argumenten voor het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 672