675 1 JUNI 1971 1971, waarin hij mededeelt - ik heb u die brief per schrijven van 25 mei doen toekomen - het college graag te willen interpelleren over het J.A.C. Breda. Ik heb in mijn brief gezegd - ik heb dit met de heer Koertshuis mogen bespreken - dat dit het best zou kunnen worden be handeld ingevolge art. 17 van het reglement van orde. Wanneer de heer Koertshuis daarmee kan instemmen stel ik u voor dit punt eventu eel aan het einde van de agenda van vandaag te behandelen. Tenslotte hoop ik dat u ermee kunt instemmen dat ik omstreeks half tien, tien uur de vergadering verlaat vanwege een ontvangst van het bestuur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Ik meen dat ik daar namens de gemeente acte de présence moet geven. 7. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET AD 12.850,-- T.B.V. HET TREFFEN VAN ACHTERSTALLIGE ONDERHOUDSWERKZAAM HEDEN EN KLEINE VERBETERINGEN AAN HET PAND BURGSTSE- DREEF 15. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 8. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS MET BETREKKING TOT DE SUBSIDIëRING VAN DE STICHTING VESTZAKTHEATER DE TRAPKES. De heer KRAMER: Ik moet u zeggen dat onze fractie het in de afdelingsvergadering in april eens was met uw voorstel. Ik wil dat hier nog eens met nadruk stellen. Begrotingstechnisch zijn er wel bezwaren vanwege enkele vaagheden, een te groot optimisme en de wel iets te eenvoudige opzet. De in april gehouden ledenvergadering van De Trap- kes is ons inziens het bewijs van dat te grote optimisme, want deze ledenvergadering kenmerkte zich beslist niet door een groot enthousi asme en zeker niet door een grote zelfwerkzaamheid. Er was eerder van het tegenovergestelde sprake. Er was een echte mineurstemming. Ik zou willen zeggen: behalve rond de Trapkes wordt het nu ook wel donker rond de Witte Wijngaard. Ik. meen dat de activiteiten en het bezoekersaantal bijna het nulpeil hebben benaderd. Ik meen ook dat je daarvan moeilijk de overheid de schuld kunt geven, al probeert men dat wel. Het leek mij goed deze opmerkingen vooraf even te maken. Om het geheel te kunnen beoordelen is vanzelfsprekend het in houdelijke van de activiteiten in de Trapkes mede maatgevend. Hoe wel ik in de vergadering van de afdeling culturele zaken in april ak koord ging met de voorgestelde subsidiëring moet ik u thans uiteenzet ten dat onze mening is gewijzigd. Een u bekend pamflet van de werk groep leger had ons inziens de grens van wat nog toelaatbaar is duide lijk overschreden. In dit pamflet, uitgereikt aan aspirant-militairen, wordt sabotage als het uiteindelijk overblijvende middel genoemd wan neer andere middelen om tot dienstweigering te komen falen. De be treffende inlichtingen waren te verkrijgen in een zogenaamd zittings uur in het vestzaktheater De Trapkes. Dat ging ons te ver en daarom was het om onmogelijk geworden in een subsidieverlening toe te stem men. Om duidelijkheid in deze zaak te krijgen en tevens bestuur en directie van De Trapkes gelegenheid te geven zo nodig orde op zaken te stellen, was ook onze fractie ervoor dit voorstel een maand aan te houden. Nu is het een maand later; het voorstel blijft hetzelfde. Alleen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 675