678
1 JUNI 1971
mevrouw jager, een ander standpunt inneem en daarvoor een pleidooi
zal gaan houden. Ik zal dat kort doen, gezien het betoog van de heer
Kramer. Het is een kwestie van wegen; je kunt het niet kwantificeren
in een getal. Wij zijn echter van mening dat de activiteiten van de
werkgroep leger en de verbintenis daarvan met de Tra pk es van dien
aard zijn dat de overheid dit niet kan subsidiëren. Daarbij zijn twee
punten van belang. In de eerste plaats meent de directie zich van eni
ge verantwoordelijkheid te kunnen distantiëren. Naar onze mening is dat
geheel niet waar; de directie blijft geheel verantwoordelijk voor wat bin
nen 'haar lokaliteiten gebeurt. In de tweede plaats is een punt van overwe
ging geweest dat het hier niet gaat om een spontaan uit de hand gelopen
zaak, wat men zich gezien de activiteiten van de Trapkes nog zou kun
nen voorstellen, maar om een geordende en gesystematiseerde zaak, waar
aan wij totaal geen behoefte hebben.
De heer SEVERENS: De heer Van Banning, die zoals u bekend is
ziek is, heeft mij gevraagd om namens hem een korte verklaring voor
te lezen. Met uw toestemming wil ik dit thans graag doen. In tweede
instantie zou ik voorts ook graag enkele opmerkingen over deze mate
rie willen maken.
"In een gesprek met een verslaggever zegt Ruud Bax volgens het
Stadsblad van 6 mei 1971 dat het pamflet, hetwelk reden zou zijn ge
weest tot aanhouden van het raadsvoorstel, is gestuurd naar oud-mili
tairen en naar leden die uit geloofsovertuiging tegen de activiteiten in
de Trapkes zijn of mogen verondersteld te zijn. Hiermede wordt door
de heer Bax iets gesuggereerd dat de heer Van Banning aanleiding geeft
nog even terug te komen op zijn opmerking in de maart-raadsvergade
ring en op hetgeen hij heeft gezegd in de openbare bijeenkomst van de
culturele raad op 27 april jl. De daarin door hem weergegeven opvatting
houdt in dat de heer Van Banning, los van het feit dat hij officier is ge
weest, de mening is toegedaan dat geen gemeenschapsgelden moeten
en mogen worden benut indien deze gelden direct of indirect worden
benut voor een aanzet tot sabotage of enige andere handeling in strijd
met de hier geldende wetten. Geheel los van het recht om binnen het
kader van de wet voorlichting te geven, bijvoorbeeld aan de gewetens
bezwaarden, meent de heer Van Banning te moeten opmerken dat hij
wenst te protesteren tegen een uitlating, van welke werkgroep dan ook,
dat dit leger, in stand gehouden op een democratische wijze, uitbuit
en onderdrukt. Er staan andere middelen in deze democratische ge
meenschap ter beschikking dan sabotage indien men eerlijke bezwa
ren heeft tegen een apparaat als de krijgsmacht".
De heer FROGER: Bijvoorbeeld weglopen.
De heer SEVERENS: "Voor het overige wil de heer Van Banning
hier herhalen hetgeen hij ook tegen de heer Bax heeft gezegd: 'De
zaak is voor mij hiermede afgedaan: Hoewel hij niet geheel overtuigd
is dat de functie die de Trapkes aan zichzelf toekent voldoende respons
vindt om de financiële offers in de toekomst te blijven getroosten, heeft
hij tegen dit raadsvoorstel voor het overige thans geen bezwaar". Dit
was de verklaring.
De VOORZITTER: Ik mag hierbij opmerken dat het vanzelfsprekend
is dat leden van de. raad hier het woord voeren. Leden die niet aanwezig
zijn kunnen dat helaas niet doen. Ik wil nu voorstellen de mededeling van