679
1 JUNI 1971
de heer Van Banning voor kennisgeving aan te nemen, want dat lijkt
mij in dit debat het eerlijkst en het corrects!.
De heer SEVERENS: Ik wil er graag zelf nog enkele dingen aan
toevoegen. Als ooit de geschiedenis van de Nederlandse vestzaktheaters
geschreven zal worden, zal naar alle waarschijnlijkheid blijken dat de
ze historie in financieel opzicht voor de meeste vestzaktheaters een
lijdensgeschiedenis is. Dit geldt niet alleen voor de weinige microthe
aters die elders in ons land bestaan, maar het geldt in zekere zin ook
voor het vestzaktheater dat onze stad vanaf 1965 kent, de Trapkes.
Reeds vanaf 1965 heeft de Trapkes eigenlijk voor een dubbele proble
matiek gestaan, namelijk een financiële en een ruimtelijke problema
tiek. De primaire functie van de Trapkes om voor brede groeperingen
van jongeren een zogenaamd cultureel ontmoetingscentrum te zijn,
heeft steeds strijd moeten leveren met de commerciële functie, name
lijk het exploiteren van het café. Zoals wij vaak in onze samenleving
zien, is de cultuur ook in deze situatie afhankelijk van economische
factoren. Zonder de café-inkomstenis het het bestuur en de stad niet mo
gelijk een verantwoord geheel van culturele activiteiten aan te bieden
en de exploitatie rond te krijgen. Zoals bekend is de Trapkes door de
verminderde café-inkomsten in financiële moeilijkheden geraakt. On
ze fractie stelt het daarom op prijs dat uw college niet alleen de sub
sidie voor het komende jaar wil continueren, maar dat u ook het ex
ploitatietekort over 1969 en 1970 voor de helft voor uw rekening wilt
nemen door middel van een extra subsidie. De andere helft van het
exploitatietekort, groot 60. 000, wil het rijk voor zijn rekening
nemen. Toch heb ik de indruk dat daarmee alle problemen voor de
Trapkes beslist nog niet zijn opgelost. Het ruimtegebrek blijft - me
vrouw Stockmann heeft daarop ook reeds gewezen - en de Trapkes als
café zal in toenemende mate de concurrentie van andere zijden gaan
ondervinden» Indien de Trapkes er in dit lopende jaar niet in zal sla
gen de eigen inkomsten te verhogen, zal de financiële situatie er in
het komend jaar niet beter uitzien. Vandaar mijn vraag aan de wet
houder of hij met het stichtingsbestuur en de staf wil nagaan hoe deze
financiële vicieuze cirkel kan worden voorkomen. Ik meen dat alleen
maar het reëel aanpakken van de werkelijke oorzaken een oplossing
op lange termijn zal kunnen doen realiseren.
Aan de andere kant is het duidelijk dat de Trapkes in zes jaar
werken heeft bewezen dat zij in de Bredase culturele situatie een dy
namische factor heeft betekend en dat dit minitheater voor belangrijke
groeperingen jongeren in onze stad een belangrijke functie vervult, die
duidelijk op de een of andere manier ook in de toekomst dient te wor
den gecontinueerd. Ook kan ik mij reëel voorstellen - ik meen dit ook
duidelijk bij de heer Kramer te hebben beluisterd - dat een aantal ac
tiviteiten van de Trapkes door buitenstaanders kritisch wordt bezien.
Een instelling die in haar programma heeft staan het bevorderen van
politieke en sociale bewustwording, het introduceren van nieuwe cultuur
vormen en het in experimenten beproeven van oude en nieuwe culture
le waarden, zal zeker van tijd tot tijd weerstand en verzet bij derden
oproepen. Willen wij echter als raad van Breda een dynamische samen
leving voorstaan, dan moeten wij - dat geldt zeker voor de Trapkes -
mogelijkheden en ruimte creëren voor culturele verandering en ver
nieuwing. Uiteraard betekent dit ook het inbouwen van risico's, ook
in financieel opzicht.
Tot slot wil ik nog een enkele opmerking maken over het pamflet.
4