1 JUNI 1971 of twee jaar niet zeggen: het bevalt ons niet meer. Daarom is het naar mijn mening principieel onjuist om, zoals sommige sprekers hebben gedaan, te zeggen dat men die subsidie nog voor een jaar wil geven. Wat men eenmaal heeft gestart kan slechts om heel dringende redenen worden veranderd. Een tweede punt is dat de voorgestelde subsidie uit twee delen bestaat. Als ik het goed heb begrepen is het het vaste bedrag dat in voorgaande jaren is verstrekt plus een deel tot dekking van het tekort in het afgelopen jaar. Ik zou dat vaste bedrag willen steunen, maar het tweede deel, de verhoging, niet. Ik wil dit niet omdat ik de Trap- kes geen goed hart zou toedragen of bang ben voor sabotage, maar dood gewoon omdat wij op het ogenblik helemaal niet weten hoeveel geld wij hebben en krijgen voor allerlei hoogstnoodzakelijke zaken. Zo lang dat niet duidelijk is meen ik dat wij alleen de gegeven subsidie dienen te continueren. De heer KROON: Als ik over dit punt in eerste instantie nog het woord voer, is dat niet omdat mijn fractiegenoot ons standpunt niet volledig zou hebben uiteengezet. Ik wil echter van deze eerste instan tie even gebruik maken om de zaak wat duidelijker te stellen, mede naar aanleiding van wat verschillende andere leden van de raad naar voren hebben gebracht. Aanvankelijk waren wij van plan mee te gaan met het verlenen van een subsidie aan de Trapkes, conform het voor stel dat er lag. Toen ik enkele dagen voor de vorige vergadering, waar in dit voorstel behandeld zou worden, opnieuw kennis kreeg van het pamflet dat de heer Kramer al noemde, heb ik uw college verzocht deze zaak nog even aan te houden teneinde te kunnen verifiëren of dit inderdaad een pamflet van een jaar oud was en of het niet meer ge bruikt wordt. Mejuffrouw Paulussen heeft dit laatste al gesteld. Na de vorige vergadering heb ik nog een onderhoud gehad met wethouder Mans, met wie ik deze zaak heb besproken. Ik heb duidelijk gesteld dat wij ten aanzien van die werkgroep leger, wanneer die voorlichting geeft over dienstweigering, geen enkel bezwaar hebben. De dienstweigering is namelijk bij de wet geregeld en wanneer jongelieden daarover inge licht willen worden is daar niets tegen. Wanneer dat dan in de Trapkes gebeurt vind ik dat best, maar het ging in hoofdzaak om die sabotage. Men stelde: als die dienstweigering niet lukt is er nog een middel, na melijk saboteren. Daar ging het om. Wethouder Mans heeft in het on derhoud dat ik met hem heb gehad gezegd: dat ben ik eigenlijk volkomen met u eens, dat kan natuurlijk niet, maar ik heb nog een onderhoud met het stichtingsbestuur en moet mij er nog van vergewissen hoe het stich tingsbestuur en de heer Bax er tegenover staan. Thans is de brief geko men van het stichtingsbestuur, geschreven naar aanleiding van het on derhoud dat de wethouder daarmee gehad heeft, die wist dat de subsi die mogelijk door dit punt in gevaar zou worden gebracht. Die brief blijft absoluut in de mist ten aanzien van de kwestie van sabotage. Men distantieert zich daar niet van, men zegt alleen: ja, wij kunnen die mensen niet buitensluiten. Mejuffrouw Paulussen vroeg: wat zou u nu eigenlijk willen, zou u alle mensen die daar komen willen gaan onderzoeken? Neen, daar gaat het niet over, natuurlijk niet.' Iedereen is vrij daar naar toe te gaan, dat is logisch. Het gaat erom dat wij als overheid een instelling gaan subsidiëren die gelegenheid geeft om die zelfde overheid door middel van voorlichting te gaan saboteren en om te trachten het leger, dat een machtsapparaat van die overheid is, af

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 683