686
1 JUNI 1971
het jaar 1971, en anderzijds om een bijdrage ineens in de tekorten van
de afgelopen jaren tot een maximum van 8000, De heren Froger
en Von Schmid hebben deze zaken ook al gescheiden. Mejuffrouw Pau-
lussen en de heer Severens spraken over een vicieuze cirkel en zeiden naar
mijn smaak behartenswaardige dingen over het zich bezighouden met cul
tuur, wat toch altijd een experiment zal blijven en zelfs financiële risi
co's met zich brengt. Als wij die vicieuze cirkel bekijken, geloof ik
dat die alleen maar kan worden doorbroken op het moment waarop de
Trapkes een gezondere financiële basis zou kunnen krijgen door middel
van een andere subsidie, en de Trapkes voorts een vergroting van ad
equate ruimte kan worden geboden. Mevrouw Stockmann heeft ook ge
vraagd hoe het met de ruimte staat en of de Trapkes kan beschikken
over andere ruimte, U weet wel dat er in een gewraakt raadsstuk al eens
sprake is geweest van het aanbieden van de Witte Wijngaard, Wat de
Witte Wijngaard betreft zijn er twee problemen. Op de eerste plaats
is er een bijna permanente discussie tussen het bestuur van de Trapkes
en mijn collega wethouder van cultuur over de relatie die dan zal be
staan tussen het beheer van de Witte Wijngaard en de verantwoordelijk
heid van dit bestuur en die van het college. Anderzijds is het u niet
onbekend dat het geschikt maken van het pand Witte Wijngaard voor
de activiteiten van de Trapkes op basis van het programma van eisen,
een dusdanige investering vergt dat het college naar mijn smaak zeer
terecht samen met u wil bepalen welke prioriteit hieraan moet worden
gegeven. Met alle respect voor de visie van mejuffrouw Paulussen, die
ik toch wel voor een groot deel kan onderschrijven, vind ik het wat te
ongenuanceerd als zij, zonder ook de andere zaken waaraan deze ge
meente geld moet besteden te noemen, zegt dat deze raad voor deze
activiteit het geld er maar voor over moet hebben. Ik geloof dat u en
het college dit pas kunnen beslissen op het moment dat de totaliteit
van wensen en noodzakelijkheden op tafel ligt en dit bekeken gaat
worden in het verband van de beschikbare middelen. Dat is het pro
bleem met de Witte Wijngaard.
Voorts is de exploitatie van de Trapkes uiteraard een moeilijkheid.
De Trapkes is in 1969 en 1970 gebaseerd op de subsidieregeling open
jeugdwerk, waarvan het horecafacet - dit tot de heer Van Caulil -
een integrerend onderdeel is. In de subsidievoorwaarden op dit stuk
van het departement wordt zonder meer gesteld dat er gelegenheid moet
zijn om op plezierige wijze met elkaar een pilsje te nemen. Dat horeca-
element zit ook ingepakt in de gehele exploitatie van de Trapkes, maar
wij komen natuurli jk in moeilijkheden op het moment dat het afnemen
van de belangstelling voor het horecabedrijf betekent dat de exploita
tie van het cultuurevenement ook in gevaar gaat komen. Wie is ver
antwoordelijk voor de gang van zaken in de Trapkes, is voorts gevraagd.
Ik meen dat wij zonder meer mogen zeggen dat, daar hier ook door
het departement de figuur van een stichting en van een stichtingsbe
stuur wordt vereist, de eerst verantwoordelijke voor het reilen en zei
len van de Trapkes het stichtingsbestuur is.
Ik keer terug tot wat de heren Von Schmid en Froger hebben ge
zegd, namelijk: wij willen wel bijdragen, want wij vinden de Trap
kes een belangrijke zaak, maar wij zitten nog wat moeilijk met dat
bedrag achteraf. Ik geloof dat wij de oorzaak van dat tekort-achteraf
moeten zoeken - en nu trap ik met twee voeten in die vicieuze cirkel
- in het probleem dat de huidige accommodatie van de Trapkes niet
adequaat is. Dat betekent dus dat men daarin niet kan doen wat een
normaal vestzaktheater in 1971 moet kunnen doen. Hoe wij dit moeten