690 1 JUNI 1971 dat daar op het ogenblik het knelpunt zit en dat alleen een nieuwe en betere exploitatieopzet de Trapkes nu en in de toekomst uit de moei lijkheden kan helpen. Daarbij is ook van belang te bedenken dat bar- elementen wel ingebouwd zijn in de huidige exploitatie en de huidige regeling van het ministerie en dat kritisch wordt bekeken of binnen één instituut een culturele en een commerciële functie elkaar voldoen de kunnen verdragen. Ik meen dat sinds het ontstaan van de Trapkes en ook van andere microtheaters overal het verschijnsel is te constateren dat beide functies elkaar alleen maar verstoren in plaats van goed met elkaar samen te werken. Wat de concrete mogelijkheden betreft realiseer ik mij dat geen pasklare oplossing aan te bieden valt, maar ik meen toch dat de wet houder met bestuur en staf een aantal mogelijkheden moet gaan onder zoeken om een betere exploitatieopzet van de grond te krijgen, zodat wij het volgend jaar niet opnieuw met dezelfde financiële moeilijkhe den worden geconfronteerd en niet opnieuw achteraf een bedrag moet worden gevraagd om de zaak te saneren. Ik hoop dat het college met de Trapkes in staat is op korte termijn een betere exploitatieopzet te vinden, opdat wij dit instituut in deze stad kunnen handhaven. De heer KRAMER: Ik gun de heer Mans zijn vakantie van ganser harte, maar het wordt wel moeilijk wanneer de plaatsvervanger gaat zeggen: nu wordt het tweedehands. Wethouder VAN DUN: Dat is van mijn kant, hoor. De heer KRAMER: Dat kan ook belangrijk zijn. De discussie is een beetje troebel, omdat een aantal zaken door elkaar loopt. Men kan natuurlijk wanneer de Trapkes aan de orde zijn een discussie aangaan over wat nieuwe culturele activiteiten zijn, maar ik geloof dat het hier bij een aantal mensen meer om de zakelijkheid gaat en tenslotte zit in die zakelijkheid toch ook nog een principe. Ik moet zeggen dat het voor ons helemaal geen probleem is om dat nieuwe te introduceren. Tot de nieuwe raadsleden zou ik willen zeggen dat zij de behandeling van de cultuurnota eens moeten nagaan, en als zij dat doen weten zij hoe de protestants-christelijke fractie erover denkt. Dan zijn het voor ons geluiden die ons beslist niet onbekend in de oren klinken, maar wij willen daarbij de zakelijkheid niet uitsluiten. Wanneer dan zo'n principiële zaak als de kwestie van de werkgroep leger aan de orde komt, meen ik dat al het andere weg gaat vallen. Overigens moet ik zeggen dat de heer Severens, wanneer hij over die nieuwe introductie praat, regelmatig de Trapkes als café noemt. Ik vind dit wel een wat vreemde combinatie met die nieuwe cultuur, maar het wordt voor mij nog veel moeilijker wanneer de heer Severens gaat praten over de ge weldig dynamische functie van de Trapkes. Ik geloof dat men hierin zelf niet gelooft; het is maar wat je onder dynamiek verstaat. Wan neer voorts de heer Van Caulil de baromzet ter sprake brengt, moet ik via u tegen de heer Van Caulil zeggen dat daar bij deze cultuur nu al les om draait. Die valt of staat met de baromzet. U moet, als wij pra ten over de vaagheid van de begroting, eens de moeite nemen te be zien wat er verwacht wordt van een bezoeker wat het nemen van con sumpties betreft, en daar moet u dan ook nog de subsidie van 4,60 per plaats aftrekken. U zult dan zien dat dit niet opgaat. Er branden natuurlijk nog enkele vragen. Als er gezegd wordt in die zogenaamde workshop dat er bij de Trapkes aan lichaamsbeweging

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 690