691
1 JUNI 1971
wordt gedaan, zou ik daarover een reeks van vijf vragen kunnen stel
len, maar ik zal dit de plaatsvervangende wethouder niet aandoen.
Mejuffrouw Paulussen heeft gezegd dat zij ons in de afdeling
al het een en ander duidelijk heeft gemaakt. Ik meen dat wij mejuf
frouw Paulussen ook duidelijk hebben kunnen maken dat wij het anders
zien. Het is zelfs interessant te gaan discussiëren over de vraag hoe
men de overheid ziet. Dat is daar ook gezegd. Het ging namelijk steeds
om die gegevens. Ik geloof dat u uit mijn eerste verhaal wel hebt be
grepen dat, als er geen gesprek was geweest tussen de wethouder en
mijn fractievoorzitter, de brief van 17 mei van de Trapkes misschien
helemaal niet zou zijn ontvangen. Wij krijgen die nu zonder commen
taar. Ik vind het altijd heel moeilijk als je een brief die je heel goed
moet lezen pas in de afdelingsvergadering op je tafel krijgt; wij heb
ben daar al meer over gesproken en dit blijft altijd een akelige zaak.
Dit neemt niet weg dat naar onze mening later is gebleken dat onze
eerste indruk juist was, namelijk dat het een brief is die niet geheel
duidelijk is. Nu gaat het over die gegevens. Ik meen dat ik alleen van
het college gegevens moet krijgen. Dat heb ik in de afdeling ook te
gen wethouder Mans gezegd. Alleen het college verstrekt mij de gege
vens en met al het andere heb ik heel weinig te maken. Het college
was echter van mening, althans de voorzitter van de afdeling cultuur,
dat er niet veel aan gedaan moest worden en dat de brief wel duidelijk
was. Het gaat om de interpretatie. Ik citeer: "Het bestuur van de stich
ting stelt er echter prijs op uw college door dezen uitdrukkelijk te ver
zekeren dat de activiteiten die binnen het kader van de stichting wor
den ontplooid.Dat erkennen wij ook, de stichting zal het zelf
niet doen, maar nu moet ik toch wel wat meer zeggen. Als ik in de
afdeling niet voldoende gegevens krijg, weet ik niet of uw college
het ermee eens is als ik daarna door de directeur van de Trapkes wordt
opgebeld om mij op verzoek van de wethouder gegevens te verstrekken.
Dat wordt wel een wat vreemde situatie. Ik meen overigens - ik wil
er nu niet zo zwaar aan tillen - dat een afdelingsvergadering nog niet
openbaar is. Dit soort dingen gebeurt dan. Het gaat mij er nu helemaal
niet om wat er op dit moment en wat er in het verleden is gebeurd; de
heer Bax en ik zijn heel duidelijk tegenover elkaar geweest en het is
dan ook heel eerlijk dat de heer Bax gezegd heeft dat wij de brief toch
eigenlijk wel goed lezen, want wanneer deze mensen binnen de Trap
kes deze activiteiten ontplooien zal de directie geen pogingen in het
werk stellen om dat te voorkomen. Dat is duidelijk tegen mij gezegd
en meer behoeven wij op dit moment ook niet te zeggen. Als er een
brief komt waarin staat dat men zich ook daarvan distantieert, behoe
ven wij helemaal geen lang verhaal te houden en hebben wij met die
subsidie geen problemen, al zijn wij het ermee eens dat het een keer
een wat doelmatiger zaak moet worden.
Binnen de muren van de Trapkes is de directie verantwoordelijk
voor hetgeen daar gebeurt. Ik zou niet weten wie het anders zou moe
ten zijn. Over het bieden van gelegenheid wordt in artikel 131 en ar
tikel 133 van het wetboek van strafrecht heel duidelijk gesproken. Men
moet de eigen bestuurlijke overheidsorganen niet gaan afbreken door
dit soort activiteiten te gaan subsidiëren. De mening van het college
over eventuele gevolgen van sabotage vind ik, gezien het antwoord
van de wethouder, toch maar zeer vrijblijvend, want het komt erop
neer dat het moet worden aangetoond. Dat is wat ik bedoeld heb toen
ik zei dat dit voor mij als niet-jurist al een moeilijke zaak was, maar
ik meen toch dat wij het moeten doen. Als het gaat om de interpretatie