693
1 JUNI 1971
De heer SANDBERG: Nochtans blijft er verschil tussen wat ik heb
gezegd en datgene wat de heer Von Schmid meent daaruit te kunnen
afleiden.
De heer VON SCHMID: Akkoord.
Een punt dat veel belangrijker is, is de kwestie van de subsidie.
De wethouder en enkele anderen hebben de kern heel duidelijk aange
geven, zoals wij in eerste instantie ook hebben gedaan. Wanneer wij
het doen zoals op dit moment het voorstel luidt, doen wij eigenlijk
niets. Wij blijven dan in diezelfde gevaarlijke situatie verkeren, want
men heeft de ruimte niet. Er is ook al gezegd dat de Witte Wijngaard
wel niet de oplossing zal kunnen bieden. Daarom blijven wij van me
ning dat je beter een flinke kluif kunt geven op gezonde basis dan een
kleine bete broods op een wankele basis. Hoewel ik ervan overtuigd
ben dat dit stuk ter dege is voorbereid, willen wij u toch verzoeken het
nu terug te nemen om de gehele zaak nog eens te bekijken, om dan
op een gezondere basis met een voorstel te komen. Zoals het nu is
kunnen wij alleen maar akkoord gaan met de voortzetting van de sub
sidie zoals die was en niet met de verdere aanvulling die gevraagd is.
Er is nog een reden om het zo te stellen, omdat uit het voorliggende
voorstel ook duidelijk blijkt dat de Trapkes zelf van mening is dat
men er nog bepaalde andere activiteiten bij zou moeten doen om wer
kelijk van de grond te kunnen komen. Daar krijgt men ook geen sub
sidie voor en dus vind ik zeker redenen aanwezig om deze zaak, zeker
ook na wat hier vanavond allemaal is gezegd, nog eens heel grondig
door te nemen, teneinde te bereiken dat men op een gezonde basis
verder kan gaan.
De heer SANDBERG: Aanvaardt de heer Von Schmid dan de con
sequentie dat, als wij dit voorstel aanhouden, de Trapkes gewoon dicht
moet?
De heer VON SCHMID; Ik meen dat die consequentie er niet
aan vast zit als dit even wordt aangehouden.
De heer VAN OS: Ik wil het heel kort houden. Misschien is er
in de Trapkes over sabotage gesproken. Ik concludeer echter uit de
geanimeerde discussie die gaande is dat dit niet strafbaar is.
Mejuffrouw PAULUSSEN: Ik heb er geen behoefte aan om in
tweede instantie mijn in eerste instantie gemaakte opmerkingen te
herhalen. Ik wil er alleen aan toevoegen dat ik in de discussie over
subsidiëring van de Trapkes op langere termijn graag ook de overheids
uitgaven in de culturele sector in totaliteit aan de orde gesteld zou
zien.
De heer KROON: Ik wil nog slechts een enkele opmerking maken.
De wethouder heeft in zijn antwoord gesteld dat men het incident met
de Trapkes wat de werkgroep leger betreft moet isoleren van de subsi
die. Hij zei: de zaak spitst zich nu toe op de brief van de Trapkes.
Dat is inderdaad het geval, want na het onderhoud dat ik met wethou
der Mans heb gehad is er een onderhoud geweest met het bestuur van
de Trapkes. Men wist dus waarover het ging, men wist dat de subsidie
mogelijk in gevaar zou komen. Wanneer men zich werkelijk meende
te moeten distantiëren van sabotage, had men een duidelijker geluid