698 1 JUNI 1971 voor deelname. Hierbij wil ik het in eerste instantie laten. De heer VAN GRAAFEILAND: De V.V,D. -fractie stemt in prin cipe in met de deelname in deze gemeenschappelijke regeling. De "3*-' redenen daarvoor zijn al door de heer Spanjer en voor een deel ook door de heer Geene uiteengezet. Ik zou er nog aan willen toevoegen dat het effect op de huisvesting en ook op het onderwijs van het ont staan van het industriegebied tijdig zal moeten worden onderkend. De regeling als zodanig is vrij lang uitgebleven, omdat het ge meentebestuur terecht inzicht wenste in de financiële consequenties die het deelnemen aan het industrieschap met zich zou kunnen bren gen» In dit licht moeten de beschikbaar gestelde gegevens en met name de cash flow worden bekeken. Onze aandacht is in grote trek ken dan ook gericht geweest op de zekerheden en de risico's welke in financieel opzicht in de regeling zitten opgesloten. Dit heeft nog geleid tot de volgende vragen, suggesties en opmerkingen. In de eerste plaats is in de concept-regeling voor het deelnemen van de gemeente Breda als reden opgegeven het verbreden van het cul- tuurvlak en het verbreden van het financiële draagvlak. Dat verbreden van het financiële draagvlak zou in verband kunnen worden gebracht met art. 47 van de regeling, dat er in beginsel op neerkomt dat de raad van bestuur kan bepalen dat de gemeente Breda zal moeten voor zien in noodzakelijk geachte financieringsmiddelen» Gelet op de ui termate zwakke financieringssituatie waarin de gemeente Breda zich met de andere gemeenten in Nederland bevindt, achten wij het noodzakelijk dat het college zich uitspreekt over de suggestie dat de vertegenwoordiger jji, van de gemeente Breda in deze raad van bestuur telkenmale als dit soort beslissingen wordt overwogen dit aan de gemeenteraad voorlegt. Ik kan mij overigens nauwelijks voorstellen dat het industrieschap deze weg zal gaan bewandelen, omdat het zelf veel ruimere mogelijkheden heeft om in zijn vermogensbehoefte te voorzien dan alle gemeenten bij el kaar. Naar onze mening is het daarbij van groot belang dat zich in middels een internationaal concern heeft gevestigd, dat op de kapitaal markt gemakkelijker kan opereren en dat ook nauwere relaties met Rotterdam kan betekenen» Een tweede mogelijkheid waardoor dat financiële draagvlak zou worden vergroot kan ook zijn dat voor diverse leningen die dat indus trieschap aangaat gemeentelijke garanties nodig zijn. Ik mag toch aannemen dat zowel ten aanzien van de financieringsmiddelen als met betrekking tot de garanties toezicht door gedeputeerde staten nadere zekerheden biedt. In datzelfde vlak, namelijk dat van het financiële risico waarmee wij toch wel zitten - al is het niet te voorzien en niet te overzien, maar toch wel te beperken -, ligt de suggestie aan het college dat erop wordt toegezien dat in de raad van bestuur en in het dagelijks bestuur van het industrieschap in ieder geval één maar als het even kan meerdere capabele financieel-economische heren zitting hebben, opdat iedere ontwikkeling die saillant afwijkt van de planning jfc. en gevolgen heeft voor de cash flow wordt gesignaleerd, beoordeeld en ter kennis gebracht van de gemeenten. Wij zagen uw beleid om de afdeling van financiën, ruimtelijke ordening en economische zaken bij de voorbereiding van preadviezen te betrekken, gaarne gecontinueerd. Tijdens de afdelingsvergaderingen zijn door ons al wat vragen ge steld met betrekking tot de inhoudelijke gegevens van de cash flow, met name betreffende de grondwervingskosten en de naar onze mening veel te lage verkoopprijzen. Die verkoopprijs bedraagt momenteel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 698