703 1 JUNI 1971 er omheen liggen. Wij moeten dus gewoon bij de tijd zijn. Het is trou wens een vrij gevaarlijke zaak, want dat bij de tijd zijn brengt vaak totale veranderingen met zich alsmede bepaalde gevaren. Het feit dat wij vanavond telkens moeten onderbreken wegens overvliegende vlieg tuigen is een voorproefje van wat het gaat betekenen als je als provin cie opgestoten wordt in de vaart der volkeren, zoals dat heet. Als wij hier straks een groot vliegveld krijgen zullen wij waarschijnlijk in de een of andere schuilkelder moeten gaan vergaderen, want anders worden de gehoorklachten misschien nog groter. Ik geloof dat de milieuverontreiniging een van de hoofdpunten is waarom vele mensen zich bezorgd hebben gemaakt over de gehele kwestie van het industrie- en havenschap Moerdijk. Natuurlijk komt er ook bij wat de heer Van Os al heeft genoemd, namelijk de manier waarop in dit geval de voorbereidingen zijn getroffen, een manier die niet direct zo democratisch was. De voornaamste angst betreft echter hetgeen er straks met het milieu gaat gebeuren. Ik geloof dat wij daar op enorm alert moeten zijn, hoewel ik eerlijk moet zeggen dat ik niet zie dat wij daaraan als raad enorm veel kunnen doen. Het is een vrij machteloze zaak. Als je de uitzendingen ziet die tegenwoordig aan de milieuverontreiniging worden gewijd - onlangs vertoonde de NCRV nog een paar interessante items, zoals dat tegenwoordig heet -, is het wel duidelijk welk een enorm belangrijk probleem zich hier voor doet. Nu doet het natuurlijk enigszins komisch aan - zo werkte het tenminste op mij - als je op een gegeven moment leest: "Ten aanzien van mogelijke gevaren voor de milieuhygiëne veroorzaakt door de ves tiging van industrie in het Moerdijkgebied zij opgemerkt dat juist ter voorkoming en bestrijding van dergelijke vervuiling in art. 3, lid 3, het woord 'inrichten' is opgenomen". Nu weet ik wel dat er nog iets meer staat, maar het is toch eigenlijk niet van geestigheid ontbloot als men ten aanzien van dit heel moeilijke probleem door het werk woord "inrichten" te noemen wil zeggen: het is allemaal oké, u be hoeft u er zich geen zorgen over te maken. Ik geloof dat wij toch wel erg goed moeten oppassen op wat er verder gaat gebeuren, voor zover wij daar iets aan kunnen doen. Nu vind ik het zo belangrijk dat de enige ma nier waarop wij er iets aan kunnen doen juist vanuit de raad van Breda is. Ook daarom is het goed dat wij meedoen en dat wij proberen via de vertegenwoordiging juist op deze zaken te letten. Ik ben dan ook blij dat de voorgestelde veranderingen in de tekst die handelt over het be stuur zijn overgenomen. Verder zullen wij er dan maar het beste van hopen. Hierna wordt gedurende enkele ogenblikken gepauzeerd. De VOORZITTER: De vergadering is heropend. Ik stel het op prijs zelf te beginnen met de beantwoording van een deel van de vra gen die door leden van de gemeenteraad zijn gesteld. De heer Broe ders zal in eerste termijn ook antwoorden en zal daarbij heel speciaal aandacht schenken aan de financieel-economische vraagstukken die bij toetreding van Breda tot de gemeenschappelijke regeling aan de orde zijn. Ter algemene inleiding wil ik graag een enkele opmerking ma ken. Ik. geloof dat wij er algemeen van overtuigd zijn - ook het colle ge is dat in sterke mate, gezien de ervaringen die wij de laatste tijd hebben gehad met het industrieschap en met de voorbereiding daarvan - dat deelname van Breda aan de gemeenschappelijke regeling een goede

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 703