711
1 JUNI 1971
toegestaan, een verklaring moet zijn verkregen waarbij de betrokken
onderneming de verplichtingen aanvaardt en toezegt medewerking te
verlenen bij de controle op de naleving daarvan. Ik weet niet of de
toestemming aan de Shell al helemaal integraal is verleend, maar als
ik even uitga van het feit dat dit al wel het geval is, moet ik zeggen
dat die verklaring van de Shell mij volkomen onvoldoende voorkomt.
Wat belooft de Shell immers in feite? De Shell belooft metingen te laten
verrichten en die zelfs in bepaalde gevallen desgevraagd zelf te verrichten,
maar de vraag is dan wat er met die metingen gebeurt en welke conclu
sies daaruit worden getrokken. Wat gaat er gebeuren als de metingen
duidelijk aangeven dat er te grote risico's worden gelopen? Natuurlijk
komt er viezigheid in de lucht en het is later aan ons te bepalen wat
nu wel en wat niet toelaatbaar is, en dat is een heel moeilijke kwestie.
Daarover heeft de Shell nog niets verklaard en niets ondertekend. Men
heeft alleen maar verklaard dat men metingen zal verrichten en des
gevraagd medewerking zal verlenen om de resultaten daarvan kenbaar
te maken. Dat is erg aardig van de Shell, maar wij hebben daar op
dit moment nog niet zo veel aan. Als het op deze manier doorgaat
vrees ik toch dat wij met ernstige moeilijkheden te kampen zouden
kunnen krijgen. Ik herinner u even aan het bericht van een dezer da
gen, namelijk dat in het Rijnmondgebied met klem aan een fabriek
is gevraagd om de ethyleen-oxyde-productie stop te zetten vanwege
de vergaande verontreiniging. Ik heb niet gehoord of die fabriek inder
daad de productie heeft gestaakt; ik meen van niet, en men heeft ook
geen enkel machtsmiddel om dat af te dwingen. Als men zegt dat men
het zelf nog niet zo erg vindt gaat men gewoon door. Wanneer niet van
tevoren heel duidelijk eisen zijn gesteld hebben wij er niets, maar dan
ook niets tegen in te brengen. Vandaar dat mijn kijk op dit soort zaken
echt een beetje aan de sombere kant is. Ik vind dus dat wij vóór de ves
tiging van bedrijven heel duidelijke eisen moeten stellen. Het zal erg
moeilijk zijn om die voor bepaalde productieprocessen vast te leggen,
maar langzamerhand weten wij toch wel iets over de onderdelen daar
van die de lucht verontreinigen en over de percentages die althans nog
op dit moment toelaatbaar worden geacht.
Wethouder Broeders heeft gesproken over de grondprijs; de Shell
betaalde 20, -- en thans is er sprake van een bedrag van 50, --. Hij
zegt dat het ook een kwestie van rente en van waardedaling van het
geld is. Dat staat in de stukken die wij hebben gekregen; dat wordt
nog extra voorzien. Er wordt nu gedacht aan 43, en binnen een
aantal jaren is er een verhoging mogelijk op grond van renteverlies
en waardedaling van het geld. Blijft het feit bestaan dat degenen die
er nu industrie willen vestigen gewoon ruim twee keer zoveel moeten
betalen als de Shell heeft betaald. Over de 12 miljoen die de Shell
van de minister heeft gekregen heb ik inmiddels verder niets meer ver
nomen, maar misschien is dat ook helemaal niet bekend.
Tot besluit wil ik nog even heel duidelijk onderstrepen dat ik
mij als raadslid van Breda gewoon in een dwangpositie gevoel. Natuur
lijk zitten er positieve kanten aan dit plan, die ik zeker niet helemaal
wil wegcijferen, maar in feite móeten wij gewoon deelnemen in dit
industrieschap als wij onze belangen nu en in de toekomst goed willen
behartigen. Doen wij dat niet, dan zijn wij nog veel erger de sigaar;
dat risico zit erin. De dwangpositie waarin wij ons nu bevinden zal
zich - ik hoop dat ik geen gelijk krijg - nog vele malen herhalen. Er
zullen dingen gebeuren waarvan wij zullen zeggen: "Ach, dat is nou