718 1 JUNI 1971 and De VOORZITTER: Ik denk haast dat u daar nog wel aan toe komt» laar De heer VAN DER WERFF: Daar komen wij in twintig minuten niet toch niet uit? rwijst De VOORZITTER: Dat lijkt mij ook twijfelachtig. Wil de raad toch een poging wagen? Wel, dan geloof ik dat het goede moment is gekomen om de leiding van de vergadering over te dragen» Het voorzitterschap wordt hierna overgenomen door de heer Broe ders» In afwijking van de volgorde der agenda wordt hierna aan de or de gesteld: 22. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET ONT TREKKEN VAN EEN GEDEELTE VAN DE OOSTERHOUTSEWEG TER HOOGTE VAN DE IN DIE WEG VOORKOMENDE SPOORWEGOVERGANG AAN HET OPENBAAR VERKEER. De heer SANDBERG: De discussies over de Oosterhoutseweg zijn vrij uitvoerig in De Stem geactiveerd, misschien ook wel mede door mijn uitvoerige vragen van 17 maart en het eveneens uitvoerige ant woord van het college van 28 april. In het algemeen concentreren die discussies zich op de vraag of een ahob in het algemeen of in deze spe cifieke situatie gevaarlijk is of niet. Dat lijkt een vrij arbitraire vraag. Zo lang niet elk ongeluk wordt vermeden is deze vraag alleen maar in- terpreterend te beantwoorden. Het is misschien daarom dat u zelf in het stuk op bladz. 2 bovenaan als het grootste voordeel aanvoert dat elk risico ten aanzien van ongelukken volledig wordt geëlimineerd. Voor ons raadsleden is er ook nog een andere verantwoordelijkheid. Wij hebben namelijk ook de achtergrond van met name de financiële con- n_ sequenties te beoordelen. Wij verkeren eigenlijk in de idiote situatie - mijn excuses voor deze kwalificatie - dat wij straks formeel gezien, wanneer althans dit voorstel niet wordt aangenomen, een tunnel moeten gaan bouwen onder een voor het openbaar verkeer opengestelde overweg. Wij hebben namelijk al een voorstel aangenomen dat wij een tunnel bouwen, en wij moeten nu alleen nog de overweg afsluiten. Sluiten wij vanavond die overweg niet af, dan zitten wij straks met een tunnel onder een overweg die niet is afgesloten. Uiteraard zegt dan waarschijnlijk iedereen: nu moet je je gezonde verstand laten werken en terugkomen op het raadsbesluit inzake die tunnel en dus ook op de half miljoen gulden die daarvoor indertijd is uitgetrokken. Vandaar dat ik deze afsluiting nu graag plaats tegen de achtergrond van dat halve miljoen. Wanneer nu het grootste voordeel van deze tunnel en van het af sluiten van de overweg is het elimineren van elk ongeluk, waarvoor dan een half miljoen wordt uitgetrokken, zit je meteen met de vraag hoe groot dan thans het risico is. Het preadvies gaat vrij uitvoerig in op het aantal van 44 ongelukken, en dat is eigenlijk het enige cijfer waarmee je in dit verband iets kunt doen» Alleen vraag ik mij af wat men er ei- 3 genlijk mee kan doen» Waren er namelijk in Nederland tien maal meer ahobs geweest, dan waren er wellicht - een dergelijk cijfer is natuurlijk uitermate triest - 440 ongelukken geweest. Dat zegt natuurlijk niets. De realiteit is - die geeft een heel andere indruk - dat er één maal in de tien jaar een ongeluk op een met een ahob beveiligde overweg ge- Let

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 718