719 1 JUNI 1971 beurt, waarvan in de twintig jaar één met dodelijke afloop. In dat licht bezien krijg je een heel andere indruk en kijk je ook heel anders tegen dit voorstel aan. Dan besef je dat je, om dat te voorkomen, dus dat ene ongeluk in de tien jaar en dat ene dodelijke ongeluk in de twintig jaar, een half miljoen aan het investeren bent. Ik vind het eigenlijk jam mer dat die informatie in het stuk gewoon niet tot uitdrukking is gekomen. Dit geeft mij het idee dat er bij de voorbereiding eigenlijk een aantal ste ken is gevallen. Er is bepaald sprake van onzorgvuldigheden, die ook tot uitdrukking komen in het antwoord op de vragen die ik. indertijd heb ge stel d, net zoals in het thans voor ons liggende preadvies. Als ik even mag teruggrijpen op dat antwoord, dan vermeldt dat: "Wij zijn van me ning dat het aan de voorlichting niet ontbroken heeft". In hetzelfde ant woord anno 1971 zegt u: "Het onderhavige probleem is een zuiver plaat selijke aangelegenheid, dat zich niet leent voor overleg met het bestuur van een naburige gemeente", dit nota bene terwijl u zelf uitvoerig con stateert dat van de 2300 passanten die van die overweg gebruik maken slechts 10 °Jo aldaar een bestemming heeft. De rest gebruikt die overweg dus duidelijk om naar andere gemeenten toe te gaan; zij beschouwen die weg als een normale doorgaande weg. Eeerst zegt het antwoord dat voldoende voorlichting is gegeven en anderzijds zegt u het een dusdanig plaatselijke aangelegenheid te vinden dat hierover geen overleg met na burige gemeenten behoefde te worden gepleegd. Eenzelfde onzorgvuldigheid komt ook in het stuk voor: "De heer Neefs, bloemist, stelt, dat door de afsluiting van de spoorwegovergang zijn inkomsten fors zullen dalen". U antwoord dat u niet vermag in te zien waarom het voor hem een kostenstijging tot gevolg zal hebben. Daaruit kun je alleen maar twee conclusies halen, namelijk dat de heer Neefs heeft geklaagd over twee zaken: de inkomsten zouden fors dalen en hij zou met een belangrijke kostenstijging te maken krijgen. U hebt echter maar één bezwaar van de heer Neefs in het voorstel vermeld en u bent ook maar op één bezwaar ingegaan, zij het het andere bezwaar. Hoe u de argumentatie dat u niet inziet dat er een kostenstijging zal plaatsvinden kunt gebruiken wanneer iemand klaagt dat zijn inkomsten fors zullen dalen, is mij niet geheel duidelijk. Voor mij versterkt dit het gevoel dat wij wat dit betreft een beetje amateuristisch te werk gaan. In de afdeling heeft de wethouder gezegd dat het gevaarlijk of niet gevaarlijk zijn van de situatie los van de financiële gevolgen dient te worden beoordeeld. Daarmee kan ik het slechts ten dele eens zijn. Natuurlijk kunnen wij ons verschuilen achter het college van gedeputeer de staten; ik heb namelijk wel reden om aan te nemen dat die heren zich momenteel over heel andere zaken zorgen maken dan over een half miljoen voor deze tunnel. Dit zou echter een zich onttrekken zijn aan onze eigen verantwoordelijkheid. Dit plan zoals het er nu ligt heeft nooit in de planning van het hoogspoorplan gezeten. Wanneer ik nu als raadslid de beschikking zou hebben over een half miljoen, zou ik op dit moment andere prioriteiten hanteren, ook in het verkeer en ook in situaties die veel gevaarlijker zijn dan hier ter plaatse. Het gaat dan eerder om het veiliger maken van een situatie dan om het elimineren van elk ongeluk. Wat mij betreft: laat de Spoorwegen op eigen kosten maar ahobs aanleggen. Laten wij ook zo snel mogelijk het ietwat voor barige voorstel van 15 oktober 1970 gewoon ongedaan maken. Laten wij ons voorts niet, zeker nu niet, verdiepen in andere mogelijkheden. Als wij nu besluiten de overweg te onttrekken aan het openbaar verkeer, is die overweg dicht. Zij zal waarschijnlijk wel dicht blijven en ik heb

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 719