732 8 JUNI 1971 c. de openheid ook en juist die donderdag 27 mei jl. onbeperkt en volledig gewaarborgd was en d. tenslotte de verantwoording aan kiezers en burgerij door de grote belangstelling en de aanwezigheid van pers en radio juist op 27 mei jl. volledig is gegeven, c.q. gegeven had kunnen worden; en onjuist omdat een beroep op artikel 46 van de gemeentewet in en onder deze omstandigheden in strijd met de geest van de wet en de bedoelingen van ae wetgever moet of zeker mag worden geacht, omdat niet kan worden aangenomen dat deze tekst de bedoeling kan hebben de mogelijkheid te scheppen telkens en onbeperkt terug te komen op door de gemeenteraad bij in dit geval duidelijke meerderheidsbesluiten afgehandelde zaken; ar tikel 46 van de gemeentewet kan ons inziens niet de bedoeling hebben de mogelijkheid te scheppen het bestuur van een ge meente praktisch vrijwel onmogelijk te maken; redenen waarom ondergetekenden uw raad verzoeken te besluiten het door de voorzitter op verzoek van tien leden van de raad op de agenda geplaatste punt -- de kwestie Bouvigne -- van de agenda af te voeren en over te gaan tot de behandeling van de voor de vergadering van 27 mei jl. geagendeerde en nog niet behandelde agendapunten. De VOORZITTER; Aan de orde is het voorstel van o. a. de heer van Loon de kwestie-Bouvigne van de agenda af te voeren. De heer VAN OS: Het onttrekken aan de discussie over enkele Bouvigne-punten tijdens de vorige raadsvergadering is kennelijk door verschillende mensen niet begrepen en daarom beoordeeld als on democratisch. Voor een goea begrip wil ik daarom nog eens na drukkelijk stellen dat wij geen behoefte hadden aan een halve dis cussie, met halve informatie. Als D'66-fractie hebben wij daarom het verzoek gesteund de kwestie in een aparte vergadering com pleet te behandelen. De meerderheid van de raad bleek onvoldoende begrip te hebben voor ware democratie, omdat zij de bescherming van de minder heid, zoals die door de wetgever in artikel 46 van de gemeente wet duidelijk is neergelegd, niet in acht wenste te nemen. Eén- vijfde van het aantal leden van deze raad is bevoegd een extra raadsvergadering te vragen en deze bevoegdheid is door de meer derheid van de raad genegeerd. Dat is machtspolitiek van de ergste soort en met democratie heeft dat niets te maken! Niettemin zijn wij nu, dankzij een democratische gemeentewet, hier bijeen en kan, als de K. V. P. dat niet verhindert, een vrije gedachtenwisseling plaatsvinden. De heer VAN BANNING: Ik ben bijzonder verwonderd dat mijn fractievoorzitter met dit ordevoorstel komt. Ik neem aan dat hij dit niet doet als fractievoorzitter, maar als raadslid van Loon. Hedenmorgen heb ik nog een brief ontvangen van de secretaris van de K. V. P.-fractie die stelt dat het bestuur -- mijn voorzitter maakt daar deel van uit -- van mening is dat het niet nodig is voor de voor vanavond uitgeschreven extra raadsvergadering een extra fractievergadering te houden. Men vindt dat de standpunten met betrekking tot de extra raadsvergadering in de fractievergade ring voor de raadsvergadering van 27 mei uitvoerig besproken en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 732