744 8 JUNI 1971 De VOORZITTER: Ik .heb zojuist mededeling gedaan van de moge lijkheden die artikel 17 biedt. Ik wil intussen opmerken dat het voor stel ondertekend is door acht raadsleden. In het voorstel wordt de kwestie Bouvigne-Wolfslaar nadrukkelijk genoemd, alsmede de posi tie van de heer van Dun. Ik herhaal nadrukkelijk -- dat is mijn taak -- dat het memorandum dat op de vergadering van 27 mei onder punt 4 van de agenda genoemd werd, voor kennisgeving is aangenomen. Van de zijde van het college zal hierover geen antwoord meer worden gegeven en geen discussie meer worden ge voerd. Ik teken tevens aan dat punt 3i van diezelfde agenda, de brief van de heren Bos en Teuben, eveneens voor kennisgeving is aan genomen, dat vervolgens besloten is tot de verhuur van Wolfslaar en dat in agendapunt 6 van die vergadering besloten is tot de ver koop van het meubilair van Wolfslaar. Die besluiten zijn dus al op 27 mei genomen. Daar wil ik nadrukkelijk uw aandacht op vestigen in verband met de vraag wat er volgens artikel 17 gedaan zal wor den. De heer KROON: Zoals u duidelijk gezegd heeft zouden wij hier mee de klok terugdraaien. Zoudt u het verzoek kunnen herhalen? De VOORZITTER: Het verzoek luidt als volgt: "Conform arti kel 17 van het reglement van orde verzoeken ondergetekenden de behandeling van Bouvigne-Wolfslaar in al zijn facetten, en de posi tie van de heer van Dun ter discussie te mogen stellen". De heer KROON: De behandeling van deze zaak in al haar facet ten is natuurlijk onmogelijk. Het zojuist aangenomen ordevoorstel zou dah geen zin hebben. Als men uitsluitend zou willen praten over de positie van de heer van Dun als wethouder, gecombineerd met de zaken die aan de orde zijn, zou ik daar geen bezwaar tegen hebben. Ik heb ergens gelezen dat men met alle geweld een motie wil indienen tegen het beleid van de heer van Dun. Laat men dat dan doen! Laat men spijkers met koppen slaan! Laat men toch eens links zijn! Men is zo democratisch en der gelijke, maar kom daar dan mee, als dat de bedoeling is! De heer VAN OS: Mogen wij er eerst over praten, mijnheer Kroon? De heer KROON: Naar mijn smaak niet over alle facetten van Wolfslaar, want daar hebben wij al over gesproken! De VOORZITTER: Het gaat nu over de tekst van het voorstel, vreemd aan de orde van de dag. De heer VON SCHMID: Ik geloof dat wij ons over de formulering niet zo verschrikkelijk druk behoeven te maken. Men kan twee dingen onderscheiden. Er is een aantal punten afgehandeld in die vergadering van 27 mei, namelijk het memorandum de verhuur van Wolfslaar en het verkopen van bepaalde delen der inventaris van Wolfslaar.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 744