76 9 FEBRUARI 1971 Het is verheugend te mogen constateren, dat het nieuwe college en de ambtenaren sinds de installatie van de nieuwe raad reeds tal van belangrijke zaken rechtstreeks met belangengroepen hebben besproken. Het stadhuis is op de juiste weg zijn imago van een gesloten burcht te wijzigen in een open huis waar iedereen welkom is. WONINGBOUW. Het is bedroevend te moeten bekennen dat, ondanks de goede wil van het gehele Nederlandse volk, wij er gezamenlijk niet in ge slaagd zijn de woningnood op te lossen na de oorlog. Des te schrijnender is dit probleem, als we bedenken dat een steeds groter aantal landgenoten de beschikking krijgt over een tweede (vakantie-)woning en in haast alle steden en dorpen zgn. goud kusten worden opgetrokken met riante villa's en bungalows, de een al groter dan de ander. Grote groepen landgenoten daarentegen moeten nog genoegen nemen met een krotwoning of andere volledig ontoereikende woonruimte. De nieuwbouw met zijn steeds hoger wordende huren zal voor deze groep van woningzoekenden geen oplossing kunnen brengen, ook niet met de thans geldende huursubsidies. Indien wij dit nationale en dus ook gemeentelijke probleem willen oplossen, zullen wij aan deze nood de hoogste prioriteit moeten geven. Dit betekent een wijziging in het uitgavenpatroon van zowel de gemeentelijke als landelijke begrotingen. De centrale overheid draagt natuurlijk in dezen de grootste verant woordelijkheid, toch kan ook op gemeentelijk vlak tot de oplossing van het probleem worden bijgedragen. In de boodschap van de lijst trekkers wordt de woningnood hoofdzakelijk een probleem voor de minder draagkrachtigen genoemd. Ik ben het daarmee eens. Verder zegt de boodschap, dat bij het oplossen van deze nood deze groep van inwoners de hoogste prioriteit moet krijgen. Helaas blijkt uit deze begroting niet dat deze hoogste prioriteit reeds wordt nagestreefd. Hiervoor is nl. geld nodig. Voor volkshuisvesting echter wordt 210.000,-- minder geraamd aan voor 1970. Deze ver mindering van de post volkshuisvesting is -- ondanks de gegeven ver klaring voor onze fractie moeilijk te aanvaarden. Mijn fractiegenoten zullen op deze zaak in een later stadium dieper ingaan. ONDERWIJS/VORMING. De uitspraak "iedereen heeft in het onderwijs gelijke kansen" blijkt door tal van onderzoekingen niet waar te zijn. De groep van de zwakkeren in onze samenleving wordt evenals bij de woningnood ook in de vorming en ontwikkeling het hardst ge troffen. Nu deze inzichten zijn onderkend, ook door de onderzoekingen van onze eigen sociografische dienst, zal de gemeente initiatieven moeten nemen om de gesignaleerde achterstand op te heffen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 76