777
8 JUNI 1971
De oplossing van deze problemen vraagt de inzet van velen, zoals
het college, de raad, de ambtenaren en vele burgers. Een eerste ver
eiste om te slagen is een sfeer van vertrouwen, een open en eerlijke
aanpak en een zo groot mogelijke deskundigheid. Fouten zijn onver
mijdelijk en worden in elk bedrijf en bestuursapparaat gemaakt. Het
bestrijden van de nare gevolgen is een ondankbare, maar uiterst nood
zakelijke activiteit. Bovendien is het noodzakelijk dat de fouten open
en eerlijk worden geanalyseerd om de ware oorzaken op te sporen en
herhaling te voorkomen.
De fouten in de zaak Bouvigne-Wolfslaar zijn talrijk en ernstig.
Vele sprekers voor mij zijn er uitvoerig op ingegaan. De relatie tus
sen de gemeente en de stichtingen was slordig en vol onduidelijk
heden en in de praktijk aanleiding tot heel vreemde zaken. Het
door de stichtingen zonder toestemming van de eigenaar op gehuurde
grond bouwen, dit zonder een enkel verwijt van de gemeente is daar
een voorbeeld van. De regeling van het onderhoud en de restauratie
is bijzonder slordig en te laat aangepakt. Er worden geen verwijten
tot de stichting gericht over het niet-ontvangen van ae exploitatie
begroting, ofschoon daar herhaaldelijk om verzocht was, maar intus
sen worden er wel zaken gedaan met de stichting.
Naar mijn mening is Wolfslaar door de gemeente op een te loyale
wijze verbouwd, ingericht en verhuurd. Er was geen huurcontract en er
zijn nooit huurpenningen ontvangen. Zoals al meermalen is opgemerkt
school er een ernstige fout in het raadsvoorstel over Wolfslaar, dit
met betrekking tot de subsidie van C. R. M.
De verantwoordelijkheid voor deze ernstige fouten ligt bij vorige
colleges en raadsleden. Het verantwoordenjkst is onzes inziens wet
houder Broeders, want de belangen van de gemeente op financieel
gebied zijn ernstig geschaad, wat zijn terrein is. Afles zou nog enigs
zins redelijk kunnen worden aanvaard als na het échec van Bouvigne
de feiten en cijfers onmiddellijk en volledig op tafel zouden zijn ge
komen.
Integendeel. Alleen door het voortdurend actief zijn van meerdere
raadsleden, het zelf zoeken naar informatie en door voortdurend vragen
heeft men iets meer dan het topje van de ijsberg te zien gekregen.
Men kreeg te maken met halve informaties, onjuistheden, het ont
lopen van vragen, het niet-doorsturen van brieven, enz.
Dit college, met deze handelwijze, heeft ons uitermate geïrriteerd
en het vertrouwen ernstig ondermijnd. Het college heeft hier naar
onze mening schromelijk gefaald, ook tegenover de burgers van deze
stad. Het optreden van wethouder Broeders was ronduit gespeend van
elke poging om tot een duidelijke, eerlijke en tijdige uiteenzetting
van de situatie te komen.
Het werk van raadsleden is moeilijk, tijdrovend en wordt in grote
mate belemmerd als er een duidelijk gebrek aan medewerking van
een wethouder blijkt te bestaan. De in bet begin van mijn betoog
geschetste problemen van Breda kunnen op deze manier zeker niet
worden opgelost. Het vertrouwen ontbreekt en dat is veroorzaakt door
dit college. Breda zal op deze manier inderdaad onbestuurbaar worden.
De fouten en conflicten eisen nu reeds zoveel aandacht dat het eigen
lijke werk blijft liggen en hoogst waarschijnlijk nieuwe fouten worden
gemaakt. Misschien heeft het college de zaak verkeerd beoordeeld.
Te lang zijn hier in Breda deze spelletjes ongestraft gespeeld. De
ware oorzaak ligt in een gebrek aan openheid, een ronddraaien in
steeds dezelfde kleine kringetjes. Wij distantiëren ons heel duidelijk
t