783
8 JUNI 1971
informatie verschaft die nodig zou moeten zijn.
Het is voor mij een nadeel dat ik, gezien de situatie op het
moment waarop ik wethouder ben geworden, in de hoek gemanipu
leerd ben door het manipuleren met informatie en het doen van ver
wijten. De heer Crul heeft gezegd dat van Dun zijn mond gehouden
heeft en dat men het moest doen met citaten uit de krant. Van Dun
is te allen tijde voor eigen fractie en andere fracties die mede
deling is ook aan één der leden van de P. A. K.-fractie gedaan
bereid geweest de informatie te verschaffen die men hem zou vragen.
Men heeft er alleen geen gebruik van gemaakt.
De heer CRUL: U had die informatie moeten geven, zonder dat er
om gevraagd werd.
Wethouder VAN DUN: Die informatie is aangeboden, men heeft er
geen gebruik van gemaakt en waarschijnlijk ook niet willen maken.
De heer SEVERENS: In de fractie zijn u regelmatig informaties
gevraagd.
Wethouder VAN DUN: Die zijn ook gegeven. Als men die op voor
hand echter al niet accepteert wordt het wel moeilijk. Nu de heer
Severens mij interrumpeert wil ik tot slot zeggen dat het mij bijzon
der verdriet dat hij durft te stellen dat zijn positiebepaling ten op
zichte van de heer van Dun afhankelijk is van diens antwoord. De
heer America had de euvele moed te citeren uit mijn verweerschrift,
waar het woord "vertrouwelijk" boven staat, ik neem hem dat niet
kwalijk. In zijn stuk aan de commissie heeft de heer Severens echter
geschreven dat hij zijn standpunt bepaald had.
Laten wij eerlijk zijn, ik wil de raad een uitspraak vragen of hij
vertrouwen heeft in deze wethouder, ja dan neen!
De VOORZITTER: Ook ik heb een enkele opmerking te maken voor
aleer ik het woord voor de tweede instantie aan de raad geef. Ik ga
niet in op de details die samenhangen met het memorandum dat de
vorige raadsvergadering aan de orde is geweest. Van de zijde van het
college is toen alles dat betrekking had met de zakelijke verhouding
tussen de gemeente en de stichtingen behandeld. Met elkaar, ook
met degenen die deze bespreking nebben gevoerd, hebben wij afge
sproken dat wij op die zaken niet meer zouden terugkomen. Als be
paalde sprekers zeggen dat het échec van Bouvigne grote financiële
moeilijkheden veroorzaakt voor de gemeente, of zal veroorzaken,
en dat de consequenties voor de stad Breda daarmee- een feit zijn,
moet ik zeggen dat dit nog niet bewezen is. In de verdere onder
handelingen en in de verdere ontwikkelingen inzake de kwestie Bou
vigne moet dit aan de orde komen, want de verhouding tussen de
gemeente en de stichting Bouvigne houdt niet in dat wij verantwoor
delijk zijn voor de schulden die de stichting heeft gemaakt. Juri
disch is dat gescheiden. Ik heb dit willen corrigeren, omdat er een
verkeerde indruk zou kunnen ontstaan.
De raad zal mij niet kwalijk nemen dat ik de heer van Os be
antwoord, die mij als wethouder van financiën in eerste instantie
in hoogste mate verantwoordelijk stelt met betrekking tot hetgeen
er is gebeurd. Hij zegt dat hij uitermate geïrriteerd is door de wet
houder.