791 8 JUNI 1971 De heer KOERTSHUIS: Enkele weken geleden heb ik aan u een schrijven gericht waarvan een afschrift aan alle leden van de raad er is gezonden. Met enige nadruk heb ik gevraagd of door het college de een voorstel inzake het J. A. C. zou kunnen worden gedaan in de mei- vergadering. Aangezien het een en ander niet is geschied zou ik van het college willen horen welke dwingende redenen er zijn geweest va voor het nog steeds uitblijven van een voorstel inzake het Jongeren di Advies Centrum. Algemeen werd toch verwacht dat een voorstel uwer- m zijds uiterlijk mei 1971 aan de raad zou worden voorgelegd. Deze verwachting berust op de volgende feiten: a. Door het college is aan het bestuur van het J. A. C. steeds -- van- le af begin 1971 -- de sterke indruk gegeven dat er op korte termijn ra een voorstel aan de raad zou worden gedaan. he b. De jeugdadviesraad heeft in de vorige vergadering of in vorige ver gaderingen het college zeer positief geadviseerd over de subsidiëring van het J. A. C. In de laatst gehouden vergadering heeft hij er zelfs W bij het college op aangedrongen de kwestie-J. A. C. met grote spoed zc te doen behandelen. c. De wethouder van cultuur en jeugd heeft mij een maand geleden nog verzekerd dat het J. A. C.-voorstel op de agenda van ae mei- in vergadering zou staan. dc d. Het college antwoordde op 5 maart 1971 schriftelijk op een door ra de heer Sandberg gestelde vraag in de raadsvergadering van 12 in november 1970: "In dit verband dient ook gewezen te worden op de w activiteiten die momenteel in deze gemeente in samenwerking v; tussen overheid en particulier initiatief ontwikkeld worden om te g; komen tot de oprichting van een jeugdadviescentrum, het J. A. C. to De plannen daartoe verkeren in een laatste stadium van voorbe reiding. Wij verwachten de raad daaromtrent op zeer korte termijn nadere mededelingen en voorstellen te kunnen doen". M Het is al weer drie maanden geleden dat het college mededeelde oi op zeer korte termijn een voorstel inzake het J. A.C. aan de raad te zc doen. Helaas is dat nog steeds niet gebeurd. Mag ik vragen wat hier- pe voor de dwingende redenen zijn geweest? w v; Wethouder VAN DUN: Het voorstel inzake het J. A. C.zoals gc dat mede op advies van de jeugdadviesraad geformuleerd is, heeft een dc maand geleden het college bereikt. Het voorstel betreft een experiment n; voor twee jaar. De rijkssubsidiëring is een bijzonder "fragliche" zaak. ei Voor 1971 zal een bedrag van ongeveer 35. 000,gevoteerd moeten worden en voor 1972 zal ongeveer een bedrag van 80. 000,-- ge voteerd moeten worden. vi Als het college op dit moment zou toestemmen -- vóór 15 juni -- di zou het een pre-prioriteit stellen. Men zou voorrang geven aan het sc J. A. C. zonder de andere zaken die ook voor 1972 geregeld moeten nc worden tegen elkaar af te wegen. l£ Op 15 en 16 juni heeft het college twee dagen uitgetrokken om dit soort prioriteitenafwegirigen te doen plaatsvinden. Om de zaken voor het J. A. C. toch veilig te stellen kan ik mededelen dat het col lege in principe helemaal geen bezwaar heeft. Integendeel, als het college de prioriteit van het J. A. C. erkent zal zonder overleg met h, de afwezige wethouder geregeld worden dat de subsidie aan het J. A. C. zi nog in de junivergadering aan de orde zal kunnen komen. w ki

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 791