792 8 JUNI 1971 De heer KOERTSHUIS: Kan de wethouder mij dus garanderen dat er in juni een voorstel inzake het J. A. C. door het college zal wor den gedaan? De heer VAN DUN: Ik heb gezegd dat het voorstel op de agenda van de vergadering van 24 juni komt als het college van de zaken die nog geregeld moeten worden en waarover besluiten genomen moeten worden prioriteit toekent aan het J. A. C. De heer VAN DER WERFF: Is het de bedoeling dat het college al leen met de heer Koertshuis onderhandelt? Gaan wij bij een volgende raadsvergadering hier op door? Er zijn namelijk ook andere leden die het een en ander zouden willen inbrengen over het J. A.C. De VOORZITTER: Ik heb rondgekeken of iemand zich zou melden. Wat de snelheid betreft zou het voordelen bieden als één raadslid zo'n zaak afhandelde, maar zulks lijkt mij niet toepasselijk. De heer AMERICA: Ik zou het bijzonder op prijs stellen hierover in juni iets te kunnen zeggen. Zoudt u echter zo goed willen zijn de stukken die nu reeds klaar zijn ter beschikking te stellen van de raadsleden, opdat wij tijdig geihformeerd zijn. Als wij dan in laatste instantie het officiële voorstel krijgen voorkomen wij de situatie dat wij het een en ander niet hebben kunnen bestuderen en de bespreking van het voorstel moeten verdagen. In juli zal er namelijk geen ver gadering zijn, zodat het in dat geval uitgesteld zal moeten worden tot augustus. De heer VAN DUN: Wij zullen dit in het college moeten bekijken. Misschien heeft het voordelen dat men zich tijdig op deze zaak kan oriënteren op de manier die de heer America bedoelt. Het nadeel zou kunnen zijn dat er mogelijk door voortijdige publicaties in de pers verwachtingen gewekt worden die niet te realiseren zijn. Ik weet niet wat de beste gedragslijn zou zijn. Voor de argumentatie van de heer America heb ik begrip maar ik betwijfel of de voor gestelde methode de zinvolste is. Wij zullen dit in het college na der bezien. Van de desbetreffende afdeling kunnen wij dan misschien nader advies krijgen. Ik kan namelijk niet beoordelen welke stukken er over deze materie allemaal beschikbaar zijn. De heer AMERICA: Wij hebben al maanden om die informatie ge vraagd. Ik heb er alle begrip voor dat die er nog niet is. Kunt u die informatie dan niet onder voorbehoud van hetgeen u zei ter be schikking stellen? Ik zou er bezwaar tegen hebben een beslissing te nemen over een dermate 'belangrijke kwestie als die informatie de laatste dag komt. De VOORZITTER: Ik zal uw vraag in het college ter sprake brengen. De heer KROON: Ik heb bezwaar tegen de wijze waarop dit nu be handeld wordt. Ik had er geen bezwaar tegen dat de heer Koertshuis zijn vragen stelde, want ik dacht dat het daarbij zou blijven en dat wij later een antwoord zouden krijgen. Als deze zaak nu aan de orde komt wil ik er toch ook wel een enkele opmerking over maken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 792