806 17 JUNI 1971 komen met de democratiseringscommissie. Ik geloof dat hetgeen ik hier aan de orde heb gesteld hier heel nauw mee betrokken is, al spreek ik heel voorzichtig over "eventueel". Zolang de afdelingsvergaderingen niet openbaar zijn moeten wij een weg zoeken waarlangs de raad na de sociale dag over onze bevin dingen kan worden geïnformeerd. Als wij dat niet doen blijft dit alles binnen de afdeling. De inlichtingen kunnen in dat geval doorgegeven worden naar de fracties, maar zij worden niet openbaar en de burgerij kan er dan geen kennis van nemen. Als de afdelingsvergaderingen open baar zouden zijn zou dat niet behoeven te gebeuren. Ik doe de wethou der de suggestie na die dag, waarop wij samen een aantal punten kritisch bestudeerd zullen hebben, het resultaat daarvan op enigerlei wijze ter kennis van de raad te brengen. De heer VON SCHMID; Het verheugt mij buitengewoon dat die sociale dag al afgesproken was en ik ben blij dat de wethouder mij daar voor heeft uitgenodigd. Ik hoop dat zijn uitnodiging bijval zal krijgen van de overige deelnemers. Ik sluit mij gaarne aan bij de woorden van mejuffrouw Pau.lussen: inderdaad moet daarna gelegenheid geboden worden op de een of andere manier met de bestuurscommissie te praten en daaraan vragen te stellen. Dat zou zeer zinvol zijn. Ik kan, in afwachting van het grote gebeuren, voorwaardelijk ak koord gaan met deze begroting. De heer AMERICA: Ik had ook willen vragen of de heer Von Schmid aanwezig zou kunnen zijn. ïk zou het prettig vinden als wethouder de Raaff duidelijk zou willen maken dat de heer Von Schmid welkom is. Ik heb dat namelijk niet begrepen. Ik zou zijn aanwezigheid bijzonder op prijs stellen, gezien zijn gemotiveerde vragen in dezen. De VOORZITTER: Zullen wij dit overlaten aan de opvatting van de afdeling zelf? De heer AMERICA: Als lid van deze afdeling wens ik de suggestie van de wethouder te ondersteunen. De VOORZITTER: Van mijn zijde zou ik een enkele opmerking wil len maken. Ik vind dat wethouder De Raaff in het bijzonder met betrek king tot die verantwoordingsplicht voortreffelijk heeft vermeld wat daar omtrent in de verordening staat. Mejuffrouw Paulussen heeft die verantwoordingsplicht ten principale aan de orde gesteld. Ik vind dat bijzonder interessant, maar ik geloof toch dat het zinvol en juist is ons te houden aan de bepalingen die in de verordening, die wij zelf vastgesteld hebben, worden vermeld. Wat betekenen die bepalingen? De bestuurscommissie is verantwoording ver schuldigd aan de raad, onder toezicht van het college van burgemeester en wethouders. Men voert die verantwoordingsplicht uit door de begro ting in te brengen en verslagen te overleggen. Ook kan men vanuit de raad om informatie verzoeken. Het lijkt mij nuttig dat wij ons houden aan die verordening. Als er redenen zijn om die te wijzigen, bijvoorbeeld door het scheppen van de mogelijkheid een lid van de bestuurscommissie, die tevens lid van de raad is, in de raad ter verantwoording te roepen over dat lid maatschap en zijn doen en laten in die. bestuurscommissie, kan het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 806