1
808
17 JUNI 1971
de huurvergoeding.
Het verwondert mij dat er, als het gaat om een eigendom, een
regeling gehanteerd wordt die eigenlijk slechts van toepassing is voor
huurvergoedingen. Ik heb daar veel bezwaar tegen. Ik kan voor wat
betreft punt 5 niet akkoord gaan.
J-
E-
Wethouder VAN DUN: Ik hoop dat de heer Van Caulil mij niet
zal betichten van onhoffelijkheid, als ik een vrij kort antwoord geef.
In het verleden is in deze raadszaal al over dit soort zaken gediscussi
eerd. Ik kan de heer Van Caulil alleen maar zeggen dat de discussie
die hij wil voeren thuishoort - helaas - in de vergaderzaal van de Twee
de Kamer en niet in die van de gemeenteraad van Breda. Het betreft hier
namelijk de uitvoering van de landelijke wetgeving aan, naar ik meen,
de wet van december 1961. Als burgers van Breda kunnen wij tegen de
achtergrond en de motivering van die wet zijn, maar wij zijn niet in
staat de wetgeving en de jurisprudentie op dat punt te veranderen.
r-
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten, onder aantekening
dat de heer Van Caulil geacht wil worden tegen het vermelde onder 5
van dit voorstel te hebben gestemd.
I-
:ND
l-
22. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET ONT
TREKKEN VAN EEN GEDEELTE VAN DE OOSTERHOUTSEWEG TER
HOOGTE VAN DE IN DIE WEG VOORKOMENDE SPOORWEGOVERGANG
AAN HET OPENBAAR VERKEER.
Dit voorstel is reeds behandeld in de vergadering van 1 juni 1971.
en
23. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE
SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR DE AANSCHAFFING
VAN CONTAINERS T.B.V. HET VERVOERBEDRIJF.
lar
De heer VAN OS: Een reeds eerder gemaakte opmerking wil ik
herhalen. Als het voorstel juist is - er staat in dat de voorraad contai
ners momenteel is uitgeput - zitten wij al weken of maanden zonder.
Dat zou getuigen van een verkeerd bedrijfsbeleid. Men moet ervoor zorgen
dat men op tijd over deze containers kan beschikken, want het is onzin
"neen" te moeten verkopen.
a
De heer FROGER: Er komt ruzies met de winkeliers.'
n
De heer MELZER: Het college zou met plezier 300 of 500 contai
ners bestellen, misschien zouden wij dan nog wat korting krijgen. Ik
mag aannemen dat de heer Van Os bekend is met de financieringspro-
blematiek. Wij moeten dit soort zaken mondjesmaat doen»
a
-t
De heer VAN OS: Er bestaat zoiets als een waarschuwingsvoorraad.
U behoeft toch niet met bestellen te wachten tot u helemaal leeg bent?
Wat mij betreft mag u er best een paar in voorraad hebben, zelfs in de
huidige financiële toestand.
De heer VAN DUIJL: De wethouder heeft gesteld dat dit een fi
nanciële kwestie is. Ik zou hem willen vragen of dit probleem niet iets
te maken heeft met het feit dat wij een container gebruiken waarvan