17 JUNI 1971 810 De heer GEENE: Ik zou het college willen vragen aan Ilf toe te voegen: welke als bedoeld in het rapport ex artikel 34 van de ruilver- kavelingswet» Bedoeld wordt dat de werkzaamheden die in dat rapport al zijn genoemd en vastgelegd, vrijgesteld zijn van een aanlegvergun ning. De heer VON SCHMID: Ik zou graag een nadere uitleg krijgen van hetgeen ons hier wordt voorgesteld. Eerlijk gezegd is mij niet duidelijk wat hier gevraagd wordt. De heer GEENE: Nu wordt het een wat langer verhaal. Op 14 mei 1970 is een voorbereidingsbesluit genomen voor een groot deel van dat gebied. Dat is vervallen op 14 mei 1971. Het jaar is verstreken. Blijk baar wordt gebruik gemaakt van een verlengingstermijn en heeft men meteen de gelegenheid benut om het gebied uit te breiden. In de uit breiding is een deel van de ruilverkaveling, waaraan kortgeleden de gemeente Breda haar medewerking heeft verleend, betrokken. Die ruil verkavelingsplannen zijn tot stand gekomen met een grote mate van inspraak en ik vind het wat veel van het goede een dergelijk plan aan banden te leggen. Die mogelijkheid wordt geschapen als men gaat be palen dat voor alle werken in het betreffende gebied aanlegvergunnin- gen benodigd zijn. Een deel van de ruilverkaveling zou daardoor aan banden gelegd zijn, want er zal geen sloot kunnen worden gegraven of geen weg kunnen worden aangelegd, zonder dat aan de gemeente Breda toestemming zal zijn gevraagd en verkregen. Dat is overbodig en werkt alleen maar stagnerend. Als straks het voorbereidingsbesluit zal worden omgezet in een bestemmingsplan zullen, volgens de gebruikelijke overgangsbepalingen van de gemeente Breda, de bestaande bedrijven hoogstens 20°/o mogen uitbreiden. Het is mogelijk dat in een ruilverkavelingsgebied bestaan de land- of tuinbouwbedrijven zullen moeten verdwijnen en andere vele malen groter zullen moeten worden dan die groei van 20 tot ge volg zou hebben. Ik wil het college vragen met dit soort zaken reeds nu rekening te houden, nu het voorbereidingsbesluit genomen wordt. Onder Ilf wor den bepaalde werkzaamheden vrijgesteld van een aanlegvergunning, zodat men die in alle vrijheid kan blijven uitvoeren. Dat artikel Ilf zou ook van toepassing kunnen worden verklaard voor de werken die in dat door mij aangehaalde rapport ex artikel 34 van de ruilverkavelings- wet worden genoemd. Daarin zijn al deze werken heel precies beschreven. Het is niet nodig voor deze zaken te eisen dat zij een aanlegvergunning bij het gemeentebestuur nodig hebben. Ik zou het college willen vragen om als het straks de overgangsbepalingen en de bestemmingsvoorschrif ten gaat opnemen, rekening te houden met een ontplooiing van de land bouwbedrijven en tuinderijen in dat gebied. De VOORZITTER: Mijnheer Geene. Zoudt u willen herhalen welke woorden u aan Ilf toegevoegd zoudt willen zien? De heer GEENE: Onder II staat: "te bepalen.geen normale onderhoudswerken zijnde, uit te voeren:. waarna een aantal pun ten volgt. Onder Ilf staat een drietal zaken waarvoor geen aanlegvergun ning vereist is. Daaraan zou kunnen worden toegevoegd: 4. welke als bedoeld in het rapport ex artikel 34 van de ruilverkavelingswet. De zaak zou dan naar mijn mening rond zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 810