813 17 JUNI 1971 Het gebouwtje is warm en slecht te ventileren. Sommige personeels leden zitten in kamertjes waar het daglicht niet kan doordringen. De spreekkamertjes waarin de cliënten worden ontvangen zijn bovendien zeer gehorig. Heeft men ten aanzien van de huisvesting van de verschillende afdelingen van de sociale dienst de prioriteiten tegen elkaar afgewo gen? Welke motieven hebben een rol gespeeld om tot bovenstaand voor stel te komen? Is er overleg geweest tussen het gemeentebestuur, de staf en het personeel van de sociale dienst omtrent het vaststellen van deze priori teiten? Deze vragen zijn bij mij opgekomen in verband met de personeels- nota die het vorig jaar is uitgebracht. Daarin wordt duidelijk gesteld dat gedachten omtrent medezeggenschap van het personeel de aandacht vra gen voor de wijze van leiding-geven. Zeer recent is onder mijn aandacht gebracht dat er binnen de sociale dienst een medezeggenschapscommis sie bestaat. Is het voorstel dat nu aan de orde is onderwerp van gesprek geweest binnen deze medezeggenschapscommissie? Zijn er op korte termijn verbeteringen in de huisvesting te verwachten van de afdeling Onderzoek en Rapportage, hetzij door verbetering van de bestaande situatie, hetzij door overplaatsing van de afdeling? Zou het niet toch wenselijk zijn dergelijke voorstellen, die ook het beleid van de sociale dienst aangaan, in de afdeling Maatschappelijk Werk te bespreken? De heer BARU: Mijnheer de voorzitter. Het is niet de eerste keer dat ons wordt gevraagd aanzienlijke sommen gelds ter beschikking te stellen ten behoeve van de afzonderlijke huisvesting van gemeentelijke diensten. Ik wil deze gelegenheid benutten om u nog eens de suggestie in herinnering te brengen die mijn fractievoorzitter tijdens de begrotings behandeling gedaan heeft. Hij heeft toen gesuggereerd te overwegen een derde te interesseren voor de vestiging van een aanzienlijk gebouw, waar in de nodige gemeentelijke diensten gehuisvest kunnen worden, een ge bouw dat dan door de gemeente gehuurd zou kunnen worden. Ik denk dat wij zodoende op den duur goedkoper uit zijn dan wanneer wij tel kens maar tonnen gelds blijven voteren voor de separate huisvesting van diensten. De heer SANDBERG: Mijnheer de voorzitter. Door alle financierings- moeilijkheden, waarover ook ik tijdens de begrotingsbehandeling het een en ander heb gezegd, rollen wij iedere keer van tijdelijke oplossing naar tijdelijke oplossing. Hoe langer hoe meer diensten komen "beroerd" te zitten; het geldt niet alleen voor de sociale dienst of onderdelen daar van, maar ook voor andere diensten. De opmerking die de heer Barij heeft gemaakt kan ik mij heel wel indenken. Ik wil echter op iets an ders wijzen. In het raadsvoorstel wordt ook gewag gemaakt van het feit dat men reeds jaren bezig is met plannen voor de realisering van nieuwbouw voor de gemeentelijke sociale dienst. Eigenlijk zouden wij met voortvarendheid moeten werken aan de totstandkoming van een centraal administratiegebouw. Die hele zaak zou ik nu wel eens graag op een rijtje willen zien. Waar zit nu de meeste kans in: in al die incidentele bedragen, of in één bedrag, dat wij straks kwijt zou den zijn als wij zelf een centraal administratiegebouw zouden neer zetten? Ik ben mij ervan bewust dat de laatste mogelijkheid waarschijn lijk een nog groter fata morgana is, gezien de hele financieringsproble- matiek, maar wij zullen toch ergens een keuze moeten maken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 813