815 17 JUNI 1971 de orde zal komen; dat zal waarschijnlijk op 12 augustus zijn. Din val len er een aantal conclusies te trekken. Er zullen dan verschillende mo gelijkheden overblijven. Zo de raad het civic-center plan in de bestaan de vorm niét accepteert, zal het vraagstuk van het stadhuis een zeer hoge urgentie krijgen. De heer Sandberg heeft gevraagd hoe wij dat gebouw van de grond moeten krijgen. Dat is een belangrijk vraagstuk. Een eveneens belang rijk vraagstuk is wie er in dat gebouw gehuisvest zullen moeten worden. Daarbij komt het probleem van centralisatie en decentralisatie om de hoek kijken. De suggestie om een derde te interesseren voor de stichting van zo'n gebouw om het dan vervolgens te huren is niet zo moeilijk op te volgen. Die "derden" lopen nl. nu de deur van het gemeentehuis al plat. De vraag is natuurlijk of ook de provinciale overheid hieraan haar goedkeuring zal kunnen hechten. Deze suggestie zal echter in ieder ge val meespelen bij de alternatieven die straks aan de orde zullen komen. Mevrouw VAN NES-BRANDS: Mijnheer de voorzitter. In tweede instantie kan ik kort zijn, omdat de wethouder mijn vragen uitvoerig heeft beantwoord, waarvoor ik hem gaarne dank zeg. Op de Houtmarkt zijn 85 mensen gehuisvest, zo heeft de wethouder meegedeeld. Die mededeling is juist. Ik wijs er echter op dat het aantal bezoekers aan dat pand niet zo groot is als aan het pand op de Kloosterlaan, waar da gelijks 80 mensen komen. Ik vind dat erg belangrijk. Deze mensen moeten op een juiste wijze opgevangen kunnen worden, vooral omdat velen van hen voor het eerst de drempel van de sociale dienst overschrij den. Ik ben blij dat er plannen in de maak zijn om het pand aan de Houtmarkt geschikt te maken voor de huisvesting van de afdeling On derzoek en Rapportage. De wethouder heeft de Logiesverordening even ter sprake gebracht. De manier waarop dat voorstel is voorbereid zou mijns inziens ten voor beeld kunnen strekken voor voorstellen als de onderhavige, die toch wel als beleidskwesties kunnen worden aangemerkt. De heer SANDBERG: Mijnheer de voorzitter. Ik dank de wethouder voor zijn toezegging dat deze hele problematiek in de vergadering van augustus aan de orde zal worden gesteld. Tijdens de begrotingsbehande ling is mij op een desbetreffende vraag geantwoord dat wij per jaar meer dan een ton kwijt zijn voor huur aan derden. Daarné komen dan deze incidentele voorstellen nog aan de orde; vandaag betreft het 165. 000, -, twee maanden geleden was het een bedrag van 20. 000, --if 30. 000, -. De heer FROGER: Een ton is een schijntje, hoor.' De heer SANDBERG: Ik vind het altijd nog een heel bedrag. Als wij op 12 augustus willen beginnen met een discussie hierover, zou ik het op prijs stellen wanneer die nota vergezeld zou kunnen gaan van een inventarisatie, waarin zou zijn opgenomenw&t wij de laatste jaren per jaar kwijt zijn geraakt aan huur en aan bijkomende kosten voor tij delijke voorzieningen. Wethouder DE RAAFF: In tweede instantie heb ik niet veel meer te zeggen. Mevrouw Van Nes heeft eigenlijk geen vragen meer gesteld. Wat de Logiesverordening betreft is zij op haar wenken bediend. Ik ben het met haar eens dat de receptie aan de Kloosterlaan verbeterd zou

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 815