17 JUNI 1971
816
kunnen worden. Daaraan wordt aandacht besteed.
Wethouder VAN DUN: Het bedrag van een ton, dat de heer Sand-
berg heeft aangeroerd, is alleen bestemd voor de huisvesting buiten het
stadhuis van de secretarieafdelingen. Ik heb in eerste instantie gezegd
dat ik hoopte dat er op 12 augustus een discussie over deze problema
tiek gehouden zal kunnen worden. Naar ik hoop is de nota dan klaar.
Die nota zal vergezeld worden van een overzicht als door de heer Sand-
berg bedoeld.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel
van burgemeester en wethouders besloten.
35. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT BENOE
MING VOOR LEDEN VAN DE JEUGDADVIESRAAD.
De VOORZITTER: De procedure bij deze benoeming is voorbewerkt.
Ik heb een brief laten maken waarop deze benoeming zou kunnen plaats
vinden, maar ik begrijp dat er eerst nog over deze zaak gediscussieerd
zal worden.
De heer VAN CAULIL: Als ik goed ben ingelicht, is op 23 maart
in een openbare bijeenkomst een concept-voordracht voorgesteld. Ik
zou graag willen weten waarom op de lijst van kandidaat-leden dege
ne die onder V als nr. 2 is genoemd niet als eerste op de voordracht is
gezet. Op de concept-lijst was de heer Van Oosterhout nl. wel als eer
ste voorgedragen.
De heer SPANJER: Ik vind het een manco dat in dit stuk niet is
vermeld waarom de aftredende leden afgetreden zijn.
De heer AMERICA: Ik zou graag willen weten waarom er zes
plaatsvervangende leden aftreden, terwijl wordt voorgesteld acht nieuwe
te benoemen.
Wethouder VAN DUN: De laatste vraag van de heer America kan
ik niet beantwoorden. Het is mij onduidelijk waarom er acht nieuwe
plaatsvervangende leden worden voorgesteld. Op de vraag van de heer
Spanjer kan ik alleen antwoorden dat hier artikel 7 van het reglement
van de Jeugdadviesraad geldt. De heer Spanjer heeft waarschijnlijk wil
len vragen waarom de aftredende leden zich niet herkiesbaar hebben
gesteld. Op die vraag kan ik helaas ook geen antwoord geven.
De vraag van de heer Van Caulil kan ik wel beantwoorden. De
heer Van Oosterhout is op de bijeenkomst van 23 maart inderdaad kan
didaat gesteld. Toen is ook met hem afgesproken dat de kandidaten
"doorgegeven" zouden worden naar de groeperingen die zij vertegenwoordig
den. De heer Van Oosterhout behoort tot de groepering die wordt voorge
dragen door het bestuur van het Stedelijk Jeugd- en Jongerencentrum.
Dat bestuur heeft de heer Van Oosterhout op dié plaats gezet.
De heer AMERICA: Als de wethouder mijn vraag niet kan beant
woorden, lijkt het mij beter voorlopig maar zes plaatsvervangende le
den te kiezen. De uitbreiding tot acht plaatsvervangende leden kan dan
de volgende keer plaatsvinden als wethouder Mans terug is.