817 17 JUNI 1971 De VOORZITTER: De vraag die dan opdoemt is: welke van de zes plaatsvervangende leden dienen wij dan te benoemen? Dat behoe ven niet onherroepelijk de eerste zes te zijn. De heer SPANJER: Ik heb er begrip voor dat deze wethouder mijn vraag niet kan beantwoorden. Het zou mij hooglijk verwonderen als in artikel 7 van het reglement maar één reden tot aftreden zou zijn ge- noemd. Wethouder VAN DUN: De opmerking van de heer America vind ik wel reëel. Aan het adres van de heer Spanjer kan ik meedelen dat artikel 7 van het reglement van de Jeugdadviesraad geen redenen op geeft om af te treden. In dat artikel wordt bepaald dat de leden bij toerbeurt periodiek aftreden. In de correspondentie die bij dit voorstel hoort, kan men ook lezen dat de leden, behalve de heer Akkermans die is overleden, allen bedankt hebben, conform artikel 7 van het re glement. De VOORZITTER: Er bestaat wat onduidelijkheid over het aantal aan te wijzen plaatsvervangende leden. Overigens is het aantal plaats vervangende leden ook bij 6 groter dan het aantal leden dat benoemd wordt; dat zijn er nl. 5. Ik zou mij kunnen voorstellen dat een groter aantal plaatsvervangende leden wenselijk wordt geacht. De vraag is of u op basis van deze wat onvolledige mededelingen bereid bent te stem men. Het benoemen van de leden van de jeugdadviesraad behoeft geen problemen op te roepen. Ik kan mij indenken dat ook zonder risico's te stemmen valt over plaatsvervangende leden. De heer AMERICA: Ik zou het op prijs stellen wanneer u de ver- gadering voor enkele ogenblikken zoudt kunnen schorsen, teneinde mijn mederaadsleden te kunnen consulteren. De VOORZITTER: Akkoord. Ik schors de vergadering voor enkele minuten. SCHORSING. De VOORZITTER: De vergadering is heropend. De heer KRAMER: Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid menen wij te weten dat het aantal vacatures bij de plaatsvervangende leden groter was dan bij de leden. Hierna wordt tot stemming overgegaan. De VOORZITTER benoemt tot leden in het stembureau de heren Sandberg, Geene en Van Caulil. Bij de stemming worden 27 stembiljetten ingeleverd. Bij de be noeming voor de leden van de Jeugdadviesraad worden 24 stemmen uitgebracht op de heer P. van Dongen, 3 op de heer P.A. H.B» Morak, 24 op mevrouw M.J. Tilli-Sauter, 3 op de heer J. T. van den Broek, 24 op de heer P. A. Smits, 3 op de heer L.W. van Beusekom, 26 op mejuffrouw M. M. de Werd, 1 op de heer H. C.E. van de Ven, 19 op de heer H. van Gastel en 8 op de heer C. M. van Oosterhout, zodat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 817