81
9 FEBRUARI 1971
U zult begrijpen dat onze bezorgdheid niet slechts is ingegeven
door het afschuwelijke drama van St. Laurent du Pont; nog deze
maand kwamen dertien verpleegden om in een vlammenzee in een
modern paviljoen in Rolde. De tankramp van de P. N. E. M. toont
ons bovendien de grootte van de risico's in onze samenleving
-- vroeger waren er nog wel meer, maar van andere aard! --
en van de pertinente noodzaak prompt, doortastend en doeltreffend
aan te pakken als potentieel gevaar plotseling in werkelijkheid om
slaat. Die risico's bestaan, tot nul te reduceren zijn ze niet; elk
mens, ook elke burger van Breda, staat bloot aan de normale ge
varen van het maatschappelijk verkeer. Die zijn niet te voorkomen
of uit te schakelen, evenmin wil ik natuurlijk de verantwoordelijk
heid van ieder zelf uitbannen, maar ook de overheid heeft hier
bij een taak.
Bij de volksgezondheid zien wij een analoge problematiek. Met
het verlengen van de gemiddelde leeftijd en het neutraliseren van
vroegere dreigingen als t. b. c. -- de zo gevreesde "tering" -- treden
nieuwe ziekten op of krijgen reeds bekende meer vat. Naast typische
welvaartsverschijns'eTen als hartkwalen en gevolgen van te veel roken,
te veel alcohol en te weinig beweging doemen de risico's op van
druggebruik en promiscuïteit en ook de juggernaut van het verkeer
vernietigt en verminkt velen. Hier geldt dat de overheid maatrege
len van preventieve aard in wijs beleid zal moeten combineren met
voorzieningen tot leniging.
Het stedelijk leven onzer burgers wordt echter -- gelukkig!
niet bepaald door uitzonderlijke situaties, doch door de dagelijkse
omstandigheden. Waaraan moeten die voldoen?
Hoewel daarvoor eigenlijk geen objectieve criteria bestaan, zou
ik, ondanks de prettige verhoudingen tussen de Bredase mensen on
derling en ondanks de mooie omgeving met haar ruimte en rijk
dom aan natuurschoon, niet durven spreken van een gunstige al-
emene indruk. Maar nauwelijks maskeert de binnenstad de ouderdoms-
walen. De moderne gebouwen van allure en de goed gerestaureerde
panden maken de lelijke open plekken en het verval niet goed. In
overleg met particulieren en bedrijven zal het college verdere res
tauratie van het stedelijk huizenhreaal moeten stimuleren en boven
dien zal het, zolang gegadigden en geld voor definitieve en grootse
nieuwbouw ontbreken, aanvaardbare tijdelijke oplossingen moeten
nastreven. Dus niet alleen parkeerruimte met wat Potemkin-uitstal
kasten, maar denk ook eens aan een behoorlijke groenvoorziening,
voor mijn part eventueel school- of volkstuintjes, dan wel aan
een serie verantwoorde semi-permanente noodwinkels. Zoals het
er nu bij ligt deprimeert het aanzien elke burger en bezoeker,
bijvoorbeeld rond de Beijerd. Ik zou nu kunnen informeren hoe
snel of hoe langzaam het bureau van Heeswijk pleegt te zijn met
zijn rapportage, maar u zult begrepen hebben dat het ons niet al
leen om de definitieve oplossing gaat, maar ook om het aanzien
zo lang die nog niet gerealiseerd kan worden.
In dit verband en eveneens terzake van de woningbouw en zovele
andere zaken zou ik -- vooral omdat het daar in het verleden nog
al eens aan ontbroken heeft -- willen stellen; bied ieder die in
breng wil en kan hebben, ieder die wil participeren, een gewillig