821 17 JUNI 1971 afwachten of er financiering voor verkregen wordt. Wij moéten voorstel len aannemen om klaar te zijn als er inderdaad financieringsmiddelen zouden komen. Het ontbreken van een zicht op wat langere termijn werkt naar alle kanten verstorend. De capaciteit van de diensten en bedrijven kan niet worden aangewend. Als de plannen lang blijven liggen, moeten zij worden aangepast aan veranderde inzichten. Bovendien werkt het stagnerend in het contact van het gemeentehuis naar buiten. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 37. MEDEDELING IN VERBAND MET HET BEDANKEN VAN JHR. SAND- BERG ALS COMMISSARIS VAN HET "TURFSCHIP". Wethouder MELZER: De heren Schuurkes en Franken hebben eind mei hun rapport uitgebracht over de positie van Het Turfschip aan de raad van commissarissen. De raad van commissarissen heeft er daarna tweemaal een vergadering aan gewijd. Jl. dinsdag is dit rapport in het college behandeld en ligt thans voor de raad ter visie. Er is een voor stel aan verbonden dat de volgende week donderdag in de raad behandeld zal worden. De financiële kant van de zaak zal behandeld worden in de raadsafdeling voor Financiën en in die voor Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken. De heer CRUL: Wij hebben wat moeite met het advies van het college om deze mededeling voor kennisgeving aan te nemen. De zaak is urgent en uit de mededeling van de heer Melzer heb ik begrepen dat het college dat ook zo gezien heeft; uit de brief van de heer Sandberg blijkt het eveneens. Via de commissarissen lopen er lijnen naar deze gemeenteraad. Wij zouden er graag wat dieper op in willen gaan. Voor een juiste beoordeling zou het eenvoudiger geweest zijn als de heer Van Loon evenals de heer Sandberg zijn motivering had medegedeeld voor het bedanken. Voor zover ons bekend, is er in het lijsttrekkersberaad ook over deze kwestie gepraat. Toen is duidelijk gesteld dat er moei lijkheden waren in Het Turfschip en dat bepaalde raadsleden een zekere verantwoording daarvoor zouden dragen als zij er als commissaris zit ting in zouden nemen. Het is misschien goed van de heren Sandberg en Van Loon te horen of er in die situatie sinds hun benoeming duidelijke wijzigingen zijn opgetreden. Uit de brief van de heer Sandberg blijkt dat wel, maar ik zou het vanavond graag nog eens willen horen. Feit is in ieder geval dat beide heren door deze raad als commissarissen zijn benoemd. Bedenken wij voorts dat de gemeente de grootste aandeelhouder is, dan doet dit bedanken toch wel een beetje eigenaardig aan. In de brief van de heer Sandberg staat dat het niet mogelijk is gebleken in overleg met de aandeelhouders die maatregelen te treffen, die op kor te termijn tot een andere bedrijfsvoering zouden kunnen leiden. Hieruit kan men concluderen dat de gemeenteraad, de grootste aandeelhouder, verbeteringen zou tegenhouden. Het lijkt mij niet juist dat zo te stel len. Zoals de zaken er nu voor staan, lijkt het mij niet juist van com missarissen te wisselen, vooral ook omdat de nieuwe commissarissen dan in een eigenaardige positie zouden komen te verkeren. De VOORZITTER: Dames en heren. De heer Crul heeft enkele vragen gesteld. Het komt mij juist voor daarover te discussiëren als alle gegevens zo volledig mogelijk voorhanden zijn. Wij zouden nu

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 821