17 JUNI 1971 822 wel over de ontslagname kunnen discussiëren, maar ik wil er de heer Crul wel op wijzen dat de benoeming van een commissaris voor Het Turfschip plaatsvindt door de aandeelhouders. Zoals hij zich zal her inneren is er destijds door de raad een aanbeveling voor die benoeming gedaan. De heer VON SCHMID: Nu ik gehoord heb dat deze hele zaak de volgende week in de raad behandeld zal worden, is het wellicht beter met een discussie te wachten tot die datum. Ik wil echter toch wel iets zeggen over het stuk dat voor ons ligt. Volgens de heer Crul zouden de commissarissen moeten blijven zitten. Mijns inziens is dat een persoon lijke verantwoordelijkheid voor de commissarissen, die wij niet van hen kunnen afnemen. De raad zal de volgende week een voordracht voor een voorwaardelijke benoeming moeten doen. Juist vanwege de financiële moeilijkheden waarin Het Turfschip verkeerde, is destijds in het lijsttrekkersberaad besloten dat de commissarissen financieel deskundige mensen moesten zijn. Nu zijn die twee deskundige raads leden teruggetreden en ik vraag mij af of die zonder meer vervangen kunnen worden. De opmerking in het stuk dat op 24 juni een voorstel zal worden gedaan om in de vacante plaatsen te voorzien vind ik dan ook een slag in de lucht. Dit is een te belangrijke zaak, waarin deskun digheid een vereiste is. Ik geloof dat het college ons daarover wel en kele inlichtingen zou kunnen verstrekken. De heer VAN BANNING: Wethouder Melzer heeft ons en passant meegedeeld dat de kwestie van Het Turfschip ook in de afdeling voor Financiën aan de orde zal worden gesteld. Dat verwondert mij niet zozeer, omdat ik er vanmiddag telefonisch al van op de hoogte was gesteld. Ik voorzie enige moeilijkheden. De financiële kanten van de zaak zullen een inmenging van de gemeente onvermijdelijk maken. Wij zullen dan "eventjes" een rapport moeten doornemen waarop en kele mensen een paar weken hebben gestudeerd. De problemen die in het rapport aan de orde worden gesteld zijn complex van aard. Naast de financiële problematiek wordt uitgebreid aandacht geschonken aan de liquiditeitspositie, de organisatorische en personele problemen. Dat is nogal wat. Op voorhand kan ik wel zeggen dat het niet mee zal val len dat rapport morgen even door te lezen om er dan morgenavond zin nige opmerkingen over te kunnen maken. De heer AMERICA: Gezien de korte termijn die beschikbaar is, zou ik het op prijs stellen wanneer deze stukken thuis bezorgd zouden kunnen worden. Niet iedereen is in staat de stukken in de leeskamer door te nemen. Ik ben er in ieder geval niet toe in staat en ik zou dan ook niet weten hoe ik er de volgende week een zinnige discussie over zou kunnen voeren. De heer FROGER: Ook ik heb vanmiddag een telefoontje gehad waarin mij werd meegedeeld dat de stukken ter visie lagen. Ik heb geantwoord dat ik niet kon vliegen. De heer VAN LOON: Ik heb er geen enkel bezwaar tegen om hier de brief voor te lezen die ik op 10 mei 1971 heb geschreven aan de al gemene vergadering van aandeelhouders van Het Turfschip. Wethouder MELZER: Het rapport van de heren Schuurkes en Franken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 822