833
24 JUNI 1971
jo Koninklijk Besluit van 6 mei 1971, nr. 37, tot gedeeltelijke goed
keuring van het bestemmingsplan Princenhage-Noord 1966.
k. controlerapporten van gemeentelijke administraties,
1schrijven van de gemeente Rauwerderhem betreffende een door de
raad dezer gemeente ingediende motie bij de regering en Staten-
Generaal inzake rijksuitkeringen,
m. overzicht van de gesloten geldlening in de maand mei 1971.
n. besluiten van de commissaris van politie tot het treffen en het op
heffen van tijdelijke verkeersmaatregelen,
o. jaarstukken 1969 van het Wit-Gele Kruis.
p. besluit van gedeputeerde staten d. d. 12 mei 1971 inzake goedkeuring
raadsbesluit van 18 februari 1971 tot het verstrekken van een lening
aander.k. Woningbouwvereniging St. Laurentius ter financiering
van de kosten van het aanbrengen van een noodverlichtingsinstalla
tie in het complex 144 galerijwoningen in het bestemmingsplan "Heus-
denhout".
q. schrijven van de werkgroep Wijkbelangen Tuinzigt inzake
a. verzoek om subsidie;
b. realisering van een noodgemeenschapsaccommodatie in de wijk
Tuinzigt.
r. stand der bevolking op 1 maart 1971.
s. stand der bevolking op 1 april 1971.
t. antwoorden op door raadsleden gestelde vragen.
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 17 december 1970)
De heer VAN DUIJL: In de raadsvergadering van juni - ik verval
helaas in herhaling - heb ik een vraag gesteld over uitbreidingsplannen.
Bij behandeling van punt 20 van de agenda van deze avond kwam juist
die vraag naar voren die ik toen heb gesteld betreffende inspraak bij
het vaststellen van uitbreidingsplannen. Ik herhaal deze vraag en ver
zoek het college met klem er nu toch eens antwoord op te geven.
ANTWOORD
De o. a. door de heer Van Duijl gemaakte opmerkingen, dat in de prak
tijk de tijd welke raadsleden wordt gegeven zich een oordeel te vormen
ten aanzien van de vast te stellen bestemmingsplannen, te kort is, kun
nen wij in het algemeen onderschrijven. Wij kunnen er volledig mede
instemmen, dat de bestuurlijke betrokkenheid van de raad c. q. raadsaf-
deling bij de voorbereiding van de bestemmingsplannen meer accent
krijgt. Wij streven er naar te komen tot een planontwikkelingsproce-
dure, waarbij zowel de raad/raadsafdeling als de belangstellende bevolking
vroegtijdig en eventueel op verschillende momenten de gelegenheid krij
gen kennis te nemen van de bouwstenen en de opbouw van een plan en
daarover van gedachten te wisselen.
Zoals toegezegd tijdens de behandeling van de begroting voor het jaar
1971 wordt thans intensief studie gemaakt ter zake met de instelling
van een stedebouwkundige adviesraad. In nauw overleg met de raads-
afdelingen voor ruimtelijke ordening en economische zaken en voor
openbare werken en de democratiseringscommissie hopen wij de raad
hieromtrent binnen afzienbare tijd een voorstel te kunnen doen.
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 17 december 1970)
De heer SANDBERG: een tweede vraag betreft het jaarverslag van